Niet nemen wat je niet gegeven wordt, is een mooie oefening in het boeddhisme. Jiun-roshi, zenleraar van de Noorder Poort, beschreef hoe zij twee dagen lang tevergeefs wachtte op een kopje thee en soep, haar aangereikt door studenten en dat zij dat gedrag observeerde. Iedereen at en niemand kwam naar haar toe om te vragen of zij misschien ook iets wilde eten. Dat voelde heel raar, vertelt ze. Ook mensen die al heel lang bij haar trainen zaten gewoon lekker te eten.
Jiun-roshi: ‘En ik dacht: eigenlijk is dat ook logisch want ik heb de mensen daar ook niet in getraind. En ik dacht: hoe zou ik dat nu kunnen trainen zonder dat mensen mij op een voetstuk zetten, hoger zetten, want dat wil ik niet. Maar ik zou het wel normaal hebben gevonden als ze mij gevraagd hadden: kan ik misschien een kopje soep voor je halen. Zonder mij hoger te plaatsen of dat te zien als een aantasting van zichzelf.’
Zelf heb ik eens aan een tafel gezeten die volgeladen was met heerlijk eten, brood, beleg, boter, fruit, drinken. Je zou er honger van krijgen. Ik zat toen in de flow van niet nemen…Dat proces is niet goed te verklaren, je zit er niet in gevangen, het weerhoud je een boterham te pakken. Na een uur vroeg iemand mij of hij een boterham voor mij klaar kon maken.
Niet nemen wat je niet gegeven wordt heeft natuurlijk niet alleen met eten te maken. Het gaat om niet stelen, anderen niet tot eigendom maken, vrijheid, fatsoen, relaties aangaan, respect, het niet ego, een ander te dwingen iets te doen of te laten tegen zijn of haar wil. Natuur, milieu, mensenrechten.
De meeste dagen van een week leef ik alleen in de Kloosterbunker. Contacten lopen via de telefoon, mail, soms bezoek, meestal er op uittrekken. Ik koop de ingrediënten en bereid mijn eigen eten. Dan staat het op tafel en wordt kok Joop de hongerige Joop. De ontvangende. Er is in feite geen sprake van fysiek geven en nemen- in je eentje. Daar moet ik altijd om lachen.
Een alter ego zou dan wel makkelijk zijn. Hoewel, ik zit aan het eind van een lange keten van mensen en dingen die uiteindelijk tot dat eten hebben geleid. Een stekje, aarde, lucht en water, plukken, vervoer, inpakken, winkel. Gas en elektriciteit, water. Zelfs de pannen, de tafel en stoel, het bord, lepel en vork, heb ik niet zelf gemaakt. Over mijn schouder heen kijken al die honderden mensen mee en wensen me smakelijk eten. En na mij is er de vuilnisdienst, de waterleiding om de wc-pot schoon te spoelen, de afwas en zo voort. Levenslang geven en nemen.
Moedig voorwaarts!