Op een hete middag is het goed toeven in de rechtbank. Na door het veiligheidspoortje gegaan te zijn wordt je er vriendelijk ontvangen. Het is er lekker koel. Koffie, thee en water staan gratis beschikbaar.
Ook het bijwonen van een strafrechtzaak, waartoe we ons beperken is gratis. Een rechtszaak is in feite een tragikomedie. Het decor blijft onveranderd net als de meeste spelers, de rechter, de officier van justitie, de griffier en de bode.
Het is veelal triest te zien voor wat voor zaken mensen voor de rechter dienen te verschijnen. Zeker met in het achterhoofd wetende dat 60% van de mensen die in een penitentiaire inrichting zitten daar zit met een enkel- of meervoudige psychische of psychiatrische stoornis. De vraag rijst hoe hoog het percentage van de mensen is die met een dergelijke stoornis voor de strafrechter moeten verschijnen.
Alleen de hoofdrolspeler (de verdachte) is in de korte bedrijven (de (rechts)zaak), zeker bij de politierechter, iedere keer iemand anders. Soms is er geen hoofdrolspeler omdat die niet komt opdagen en soms is de hoofdrolspeler er niet omdat de beëdigd tolk niet komt opdagen. Wanneer de hoofdrolspeler niet komt opdagen kan het korte bedrijf worden uitgesteld of wordt de hoofdrolspeler zonder dat hij/zij erbij is, veroordeeld, dat heet ‘bij verstek veroordeeld’. Soms is de hoofdrolspeler er niet maar wel de advocaat die probeert het beste voor de hoofdrolspeler te bewerkstelligen. Soms lukt dat, soms niet.
Het decor is een zaal, vaak van mooi hout met altijd een foto van de koning waaronder op een verhoging de rechter met ter rechterzijde de griffier zit. Op de verhoging ter linkerzijde zit haaks op de rechter en de griffier ook de officier van justitie. Zijn/haar bureau staat tegen het bureau van de rechter aan wat vreemd overkomt omdat dat voor de hoofdrolspeler verwarrend zou kunnen zijn omdat het zo een eenheid lijkt te zijn.
Voor de rechter is de tafel voor de hoofdrolspeler; die kijkt dus op tegen de rechter en officier. Naast de tafel van de hoofdrolspeler, die met zijn gezicht naar de rechter zit is een tafel voor zijn advocaat. Aan de zijkant van de zaal zit de bode (m/v).
Daarachter is ruimte voor het publiek – dat er meestal niet is – die de rechter in het gezicht aankijken en de hoofdrolspeler tegen de rug.
Ieder bedrijf is hetzelfde en verloopt altijd volgens een vast patroon. De rechter opent de zitting en neemt de persoonsgegevens door van de hoofdrolspeler. Ook controleert de rechter welke andere personen aanwezig zijn. Dit kunnen zijn: een advocaat, Bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, getuigen, deskundigen, etc..
Daarna zegt de rechter tegen de hoofdrolspeler goed op te letten wat er tijdens de zitting gebeurt en dat hij niet verplicht is om te antwoorden op eventuele vragen. Hierna is het woord aan de officier van justitie, die opstaat en aan de rechter uitlegt van welk strafbaar feit de hoofdrolspeler wordt verdacht. Met andere woorden wat ten laste is gelegd in de dagvaarding (de schriftelijke oproep om naar de rechtbank te komen).
De rechter gaat daarna vragen stellen over deze verdenking. De officier van justitie en eventueel de advocaat (die ook op moet staan) worden ook in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen. De rechter, de officier van justitie of de advocaat kunnen ook getuigen en deskundigen die opgeroepen zijn vragen stellen.
Nadat de rechter vragen heeft gesteld aan de hoofdrolspeler over de zaak en er eventueel getuigen en deskundigen zijn gehoord en het slachtoffer (indien aanwezig) heeft gesproken zal de officier van justitie zijn visie geven op de zaak. Dit noemt men het requisitoir.
De officier van justitie eindigt zijn verhaal met de strafeis. Hij kan de rechter verzoeken om een straf of maatregel op te leggen, maar kan in uitzonderlijke gevallen ook vragen om vrijspraak. Daarnaast zal de officier van justitie zich uitlaten over een eventuele vordering van de benadeelde partij (het slachtoffer).
Nadat de officier van justitie is gaan zitten, is het de beurt van de hoofdrolspeler en/of zijn advocaat. De advocaat kan de verdediging namens de verdachte voeren nadat hij is opgestaan. Als de hoofdrolspeler geen advocaat in de arm heeft genomen, zal de rechter hem/haar in de gelegenheid stellen zijn/haar eigen verhaal te doen.
Daarna vindt er nog een tweede ronde plaats. De officier van justitie mag namelijk nog een keer reageren op het verhaal van de advocaat en daarop mag de advocaat nog een keer het woord voeren. De hoofdrolspeler krijgt het laatste woord en hoeft niet op te staan. Na het laatste woord volgt meestal in zaken bij de kanton- en politierechter direct het mondelinge vonnis, de uitspraak. Bij de meervoudige rechtbank met drie rechters voor zwaardere delicten, is de uitspraak meestal na zo’n veertien dagen.
In volgende columns zal zoveel mogelijk met een boeddhistische blik verslag gedaan worden van specifieke strafrechtzaken. Vanwege de privacy zullen de namen gefingeerd zijn.