Oorsprong en plaats in de Pali-canon
De woorden van de Boeddha zijn na zijn heengaan in parinibanna (ongeveer 400 v.Chr.) eerst enkele eeuwen mondeling overgeleverd en rond 100 v.Chr. schriftelijk vastgelegd in wat we de sutta’s noemen. Sutta wil zoveel zeggen als draadje. Alle sutta’s samen vormen het weefwerk van de Dhamma, de complete leer van de Boeddha. De sutta’s zijn opgetekend in het Pali. Daarom spreken we van de Pali-canon. Naast de sutta’s zijn ook de leefregels voor monniken en nonnen (de Vinaya) mondeling overgedragen en vastgelegd.
Tijdens de mondelinge overdracht zijn er drie momenten geweest waarin de monniken met elkaar de sutta’s en de Vinaya gereciteerd hebben. Uit de sutta’s is gaandeweg de Abhidhamma uitgekristalliseerd. Vinaya, sutta’s en Abhidhamma vormen samen de Tipitaka, de drie manden van het boeddhisme. Er is sprake van manden omdat ze op palmbladeren vastgelegd werden en die werden op hun beurt weer in manden bewaard. Palmbladeren hebben een beperkte levensduur, zodoende werd het steeds op nieuwe bladeren gezet. De eerst gevonden bladeren die we nu in bezit hebben dateren uit de 18e eeuw.
De structuur van de teksten komt op ons nu wel eens vreemd voor. Dat komt door de oorspronkelijk mondelinge overdracht, waarbij herhalingen en metrum gebaseerd op de adem een belangrijke rol spelen. Ook het onthouden van de teksten gaat dan gemakkelijker.
Door die mondelinge overdracht in bepaalde structuren, het op schrift stellen na enkele eeuwen en het kopiëren van teksten van palmblad naar palmblad kunnen allerlei vervormingen en toevoegingen van de oorspronkelijke woorden van de Boeddha hebben plaatsgevonden. Dat geldt zeker voor de Abhidhamma, die pas veel later tot stand is gekomen dan de sutta’s en Vinaya.
Er zijn wel enkele sutta’s waarin er een aanzet is gegeven tot de Abhidhamma, zoals in de verzameling van lange leerredes, het Singiti Sutta (De gezamenlijke recitatie der leringen) en het Dasuttara Sutta (De leerrede van de groeiende groepen van tien). Het is echter mogelijk dat die sutta’s op een later tijdstip aan de canon toegevoegd zijn.
En dan is er nog de sprookjesachtige versie waarin de Boeddha tijdens zijn leven de Abhidhamma uiteengezet gezet zou hebben aan de deva’s in de godenwereld en daarna aan Sariputta, een van zijn directe discipelen.
Wat is de Abhidhamma?
Abhidhamma is een theoretisch kader waarin vanuit de Dhamma zoals die te vinden is in de sutta’s een uiteenzetting gegeven wordt hoe onze geest werkt, welke mentale factoren werkzaam zijn, of ze heilzaam of onheilzaam zijn en hoe ze ontwikkeld kunnen worden naar totale bevrijding van de geest. Op een analytische manier worden de mentale factoren benoemd, veelal in rijtjes en opsommingen. Vanuit de praktijk van vipassanameditatie kennen we onder andere de 4 satipatthana’s, de 3 karakteristieken (dukkha, anicca, anatta), de 4 edele waarheden, 5 hindernissen, 5 aggregaten, heilzame en onheilzame factoren. Heilzame factoren zijn bijvoorbeeld: mindfulness, energie, concentratie. Onheilzame factoren zijn bijvoorbeeld: onwetendheid, verlangen, haat. Voor degenen die meer samatha-meditatie beoefenen zijn er de 4 rupa-jhana’s en de 4 arupa-jhana’s, dit zijn steeds diepere vormen van mentale absorpties.
De Abhidhamma bevat ook het uiteindelijke doel van de Dhamma: het ontwaken van de geest op 4 niveaus: sotapanna (stroombetreder); skadagami (iemand die nog éénmaal terugkeert); anagami (iemand die niet meer terugkeert) en arahat (volledig ontwaakt).
Alle rijtjes en indelingen uit de Abhidhamma zijn terug te vinden in de sutta’s. In de sutta’s worden er concrete situaties omschreven en persoonlijke adviezen om de Dhamma om te zetten in de directe praktische ervaring. De Abhidhamma vormt een conceptueel kader dat herkenbaar, ervaarbaar kan zijn in je meditatiebeoefening. Het is in hoge mate analytisch en bovenal subjectief. Het kan alleen maar in de directe persoonlijke ervaring herkend worden. Let op: uitsluitend een intellectuele benadering van de Abhidhamma zal niet leiden tot ultieme bevrijding.
Bewustzijn: ceta’s en cetasika’s
De Boeddha wijst ons er vooral op dat bewustzijn niet één ding is, één staat van zijn. Nee, ‘bewustzijn’ is een dynamisch spel van komende en gaande bewustzijnspakketjes, de zogenaamde ceta’s in Pali. Elk bewustzijnspakketje kent drie fasen: ontstaan, er zijn en weer verdwijnen. Ze kunnen elkaar oproepen en veroorzaken, zijn krachtiger of minder krachtig en hebben een zeer korte levensduur (fractie van een seconde). Dit proces en de richting waarin het beweegt, vatten we samen onder het begrip karma.
Ieder bewustzijnspakketje wordt vergezeld door ‘hulpjes’, mentale factoren die dat pakketje ondersteunen, de zogenaamde cetasika’s. Ze hebben dezelfde levensduur.
Als je in dit deel van de Abhidhamma duikt dan kan het je gaan duizelen. Gelukkig blijft de positieve boodschap van de Dhamma overeind: het is mogelijk om je geest te ontwikkelen in een heilzame richting en uiteindelijk om totale bevrijding te bereiken. Nirvana, volledig ontwaken, is ook een onderdeel van de Abhidhamma.
Hulp of hindernis voor meditatiebeoefening?
Abhidhamma kan een hulpmiddel zijn doordat het de aandacht richt op de mentale processen en factoren die zich in ons brein – bewust of onbewust – voltrekken. En hoe de geest beschikt over ‘gereedschap’ om het goede te doen en uiteindelijk totale bevrijding, volledig ontwaken, te realiseren. Het kan echter ook een hindernis zijn omdat je factoren in je beoefening meent te herkennen die je in je beoefening projecteert vanuit je intellectuele kennis van de ‘rijtjes’.