Drie afrekeningen.
Voor arrivisten
Leerling: Wat is een meesterstuk?
Meester: Een werk waarmee je je meesterschap bewijst.
Leerling: Wat is een meesterstuk verlichting?
Meester: Dat varieert per persoon.
Leerling: In mijn geval?
Meester: Een afrekening met het idee dat je verlicht kunt zijn.
Leerling: Wat heb je daar nu aan.
Meester: Zo reken je af met het idee dat je onverlicht kunt zijn.
Voor arrivés
Leerling: Wat is een meesterstuk?
Meester: Een werk waarmee je je meesterschap bewijst.
Leerling: Wat is een meesterstuk verlichting?
Meester: Dat varieert per persoon.
Leerling: In mijn geval?
Meester: Een afrekening met het idee dat je onverlicht kunt zijn.
Leerling: Wat heb je daar nu aan.
Meester: Zo reken je af met het idee dat je verlicht kunt zijn.
Voor niemand
Leerling: Wat als je hebt afgerekend met het idee dat je verlicht of onverlicht kunt zijn?
Meester: Afrekenen met het idee dat je niet verlicht of onverlicht kunt zijn.
Leerling: En dan?
Meester: Afrekenen met het idee dat er iets op volgt.
Leerling: En dan?
Meester: Afrekenen met het idee dat er niets op volgt.
Leerling: En dan?
Meester: Heb je niets meer te bewijzen.
Leerling: Wat is dan je meesterstuk?
Meester: Dat is dan je meesterstuk.