Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking. Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland. Daarmee is voor de meeste mensen de zoektocht naar zingeving en zelfverwezenlijking een individuele zaak. Deze maatschappelijke ontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen voor individuen, maar ook voor de verhoudingen tussen verschillende groepen, en onze samenleving als geheel. Dat blijkt uit het onderzoek Buiten kerk en moskee van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Dit is de eerste keer in Nederland dat onderzoek is gedaan naar de grote groep niet-kerkelijke Nederlanders en hoe zij omgaan met zingeving in hun leven. Voor niet-traditioneel-gelovigen geldt dat zij in de meeste onderzoeken als een soort restcategorie verschijnen: geen lid van een kerk of moskee, niet gelovig in traditionele religieuze zin – maar wat dan wel? Het gaat onder meer om Nederlanders die zich nadrukkelijk als niet-gelovig (agnost, atheïst) beschouwen en de groep die zich oriënteren op de wereld van de hedendaagse spiritualiteit (hedendaags spirituelen). Met behulp van een voor Nederland nieuw onderzoeksinstrument heeft het SCP onderzocht hoe het zit met levensbeschouwing en zingeving van deze groep. Gelovigen en hedendaags spirituelen geven aan meer zingeving te ervaren dan de niet-gelovigen. Kenmerkend voor spirituelen is een holistisch wereldbeeld en het opdoen van mystieke ervaringen, vaak via een sterke natuurverbondenheid.
Individualisering en zingeving
Atheïsten en agnosten geven vaak aan niet zo geïnteresseerd te zijn in dé zin van het leven. Dat betekent niet dat zij minder gelukkig zijn – zingeving speelt voor hen een minder grote rol. In plaats van op zoek te gaan naar dé zin van het leven zoeken individuele niet-gelovigen naar betekenis in het eigen leven. Jezelf ontwikkelen, voor anderen zorgen, intense ervaringen beleven en je deel weten van een groter geheel zijn bijvoorbeeld manieren waarop zij betekenis geven aan hun leven. Door het afnemen van het aantal gelovigen wordt betekenis niet meer aangereikt vanuit religie (meaning of life). Individuen moeten er zelf naar op zoek (meaning in life). Dit kan zorgen voor een grotere mentale belasting en een mogelijke toename van problemen die hiermee worden geassocieerd, zoals burn-outs.
Nieuwe verhoudingen
In het huidige Nederland resteren als belangrijkste bastions van traditioneel religieus geloof de orthodox gereformeerde Bijbelgordel, een aantal gemeentes van christenmigranten en de Nederlandse moslims. Religie en religieuze gemeenschappen verliezen steeds meer terrein als invloedrijke maatschappelijke spelers. Dit terrein wordt niet opgevuld door hedendaagse vormen van spiritualiteit: het niveau van spiritualiteit lijkt eerder af dan toe te nemen. De secularisering heeft positieve gevolgen gehad, bijvoorbeeld voor de persoonlijke vrijheid en voor hoe er in de samenleving wordt gedacht over seksuele diversiteit. Tegelijkertijd ontstaat er mogelijk meer onbegrip tussen gelovigen (christenen, moslims en anderen) en niet-gelovigen.
Wederzijds begrip en acceptatie
Het SCP adviseert beleidsmakers om in te zetten op wederzijds begrip en acceptatie en het bevorderen van een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen. Daarvoor is het van belang dat onder meer de overheid, scholen, maar ook werkgevers optreden tegen discriminatie of een onveilig sociaal klimaat. Scholen kunnen daarnaast bij uitstek een plek zijn waar ontmoeting plaatsvindt en de plaats zijn waar leerlingen leren omgaan met andere opvattingen en waarden dan die van henzelf.
kees moerbeek zegt
Het SCP doet in dit artikel niet alleen een uitspraak over de religieuze samenstelling, maar bevestigt ook vooroordelen over andersgelovigen en -denkenden. ‘Gelovigen en hedendaags spirituelen geven aan meer zingeving te ervaren dan de niet-gelovigen. Kenmerkend voor spirituelen is een holistisch wereldbeeld en het opdoen van mystieke ervaringen, vaak via een sterke natuurverbondenheid.’
‘Door het afnemen van het aantal gelovigen wordt betekenis niet meer aangereikt vanuit religie (meaning of life). Individuen moeten er zelf naar op zoek (meaning in life). Dit kan zorgen voor een grotere mentale belasting en een mogelijke toename van problemen die hiermee worden geassocieerd, zoals burn-outs.’
Er is ook een negatieve kant aan sommige vormen van gelovigheid, die ook kunnen zorgen voor burn-outs, verbroken (familie)relaties en wat al niet meer. Een ex-lid van de Pinkstergemeente, Katstens de Vreugd zegt in een AD interview: ‘Ik merkte dat veel Nederlanders absoluut geen idee hebben wat de Pinksterkerk is. Die beweging en zijn drijfveer wilde ik in beeld brengen. Dat ze misschien overwegen om protocollen te bedenken om sektarische fenomenen tot een minimum te beperken. Dat de organisatie transparanter is over bijvoorbeeld de status van de leider, waardoor problemen of een soort aanbidding worden voorkomen.’
G.J. Smeets zegt
Kees,
Ik heb het SCP-rapport eens ingekeken. Het is een kwantitatief (statistiek) onderzoek naar trends in de antwoorden van respondenten op vragen (enquete) die hen zijn voorgelegd. Standaard sociologische methodiek. De makke daarvan is dat verbale antwoorden op verbale vragen helemaal niets zeggen over wat mensen in feite doen. Je wijst (m.i. terecht) op een vooroordeel in het SCP rapport. Ik vermoed dat de voedingsbodem van dat vooroordeel verscholen ligt in *kwalitatief* gerommel met de concepten ‘zingeving’ en ‘betekenisgeving’.
Mijn reden voor dat vermoeden is simpel. De enige zin van levende wezens, inclusief mensen, is hun voortbestaan. Reproductie, continuering van de clan, voorkomen van levensgevaar, uitstellen van de dood, fantaseren over eeuwig leven of wedergeboorte, etc. etc.. Anders gezegd, het SCP-rapport gaat niet over zingeving (meaning of life) want daar geeft ze geen enkel criterium voor. Het rapport gaat enkel over statistische trends in betekenisgeving (meaning in life).
kees moerbeek zegt
Dank G.J. het SCP heeft een vragenlijst de wereld ingestuurd, maar statistisch onderzoek heeft beperkingen en zegt niet veel over wat in dit geval ‘zingeving’ is e.d. Hoe groot die beperkingen hiervan zijn, weten we daarom ook niet.
Het is terecht om daar allerlei (persoonlijke) vermoedens op los te laten en niet zelden is dit een aanleiding voor verder onderzoek. Het blijft echter behelpen, maar is geen reden om niets te doen.
‘Het SCP adviseert beleidsmakers om in te zetten op wederzijds begrip en acceptatie en het bevorderen van een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen.’ Echter, beleidsmakers hebben ook hun blinde vlekken. Dus dat is het ook niet, meer is nodig. Wat?
G.J. Smeets zegt
Kees,
SCP is geen beleidsmaker maar een sociologische rekenmachine waar beleidmakers helemaal niks mee opschieten. Er is niet meer nodig (jouw suggestie) maar minder van dit soort statistische calculaties. Nodig is m.i de erkenning dat niemand ‘het’ weet of ook maar weten kan. Niet-weten is de olifant in elke kamer. Life is jazz en geen symfonie of popliedje 😎