Wandelend door het Zuid-Limburgse landschap geniet ik van iedere stap die ik zet en van alles wat ik om me heen zie, hoor, ruik en aanraak. De warme lentezon verwarmt me en ik ben een gelukkig mens.
Ondanks mijn leeftijd en ziek zijn gaat het lopen me best goed af al zijn sommige heuvels pittig om te nemen, zeker aan het eind van de dag wanneer ik er ruim 10 kilometer op heb zitten.
Zo bewust te kunnen zijn is iedere keer weer een openbaring. In de dieren, de bomen, de planten, de lucht, mezelf, zie ik de niet-dier, – boom, – planten, – lucht en niet-mens elementen. Water, aarde, lucht, vuur zijn de vier basiselementen waaruit alles is opgebouwd.
In de koe de niet-koe elementen ‘zien’, met de koe praten, de boom omarmen lijken misschien vreemde dingen om te doen maar zijn geweldige ervaringen van interzijn. Interzijn, het werkwoord dat Thich Nhat Hanh altijd gebruikt om de verbondenheid van alles met alles en iedereen aan te geven. Interzijn wil zeggen dat iets geen afzonderlijke identiteit, geen zelf heeft.
In zijn boek ‘In de geest van liefde’ schrijft hij er het volgende over:
De Boeddha zei je hebt geen zelf. Hij zei niet je bestaat niet.
Het zelf bestaat uitsluitend uit niet-zelf-elementen.
Mens is een concept dat we moeten overstijgen. Het gaat erom werkelijk met de dingen die we zien en voelen in contact te zijn en niet met onze denkbeelden.
Het idee dat de mens belangrijker is dan de andere soorten is niet juist.
Zie hoe de aarde -een niet-mens-element- je moeder is. Het onderscheid tussen levende en niet-levende wezens is maar schijn.
Een echte bodhisattva kan zien dat levende wezens van niet-levende elementen gemaakt zijn. Dit is omdat dat is. Dit is niet omdat dat niet is. Alles is voor zijn bestaan van al het andere afhankelijk.
Ware leegte is vol van alles. De werkelijkheid overstijgt geboorte, dood, bestaan en vergaan.
Als je je bewust bent van de vergankelijkheid van de dingen zal dat je positief, liefdevol en wijs maken. Leve de Vergankelijkheid. Vergankelijkheid is een instrument dat ons kan helpen tot bevrijding te komen.
Als ik zo aan het wandelen ben en loop te genieten overvalt me soms de vraag of ik volgend jaar ook nog zo kan genieten. Of ik nog kan wandelen, of ik er als deze manifestatie nog wel ben. Het denkbeeld er misschien niet meer te zijn kan benauwend zijn wanneer ik me tot de manifestatie van dit lichaam beperk. Als de bovenstaande tekst dan weer door mijn hoofd schiet vervaagt die gedachte als sneeuw voor de zon.
Leve de vergankelijkheid!