Sinds mijn puberteit heb ik altijd een vaag aanvoelen gehad dat één van de essenties van dit leven is niet te bezwijken voor gemakzucht. Voor routine die ontaardt in dodelijke verveling, makkelijke antwoorden die leiden tot halve waarheden. Een eeuwig gevecht om niet voortijdig in te slapen. De diepere betekenis van het gedicht van Dylan Thomas, ‘Rage, rage against the dying of the light’? Dat leidde ertoe dat ik vaak de neiging had om neer te kijken op wat in mijn jeugd ‘het klootjesvolk’ werd genoemd, of ’the deplorables’, de arrogante uitspraak die Hillary Clinton mee het presidentschap kostte. Pas door ouder te worden en te ervaren op hoeveel manieren mensen lijden, besefte ik hoeveel mensen sleur en zich afschermen nodig hebben om te overleven. Om te kunnen bestaan op een haalbaar niveau, een soort van minimumbestaan. Gewoon maar in leven blijven, kost voor de ‘beklagenswaardigen’ veel energie.
Aandacht is energie
In de wetenschap definieert men fysische energie als de kracht die nodig is om iets te realiseren, om dingen in beweging te zetten of te veranderen. In feite is dat voor geestelijke energie hetzelfde, het is een dynamiek, een elan, of met een mooi woord ‘geestdrift’… De inzet waarmee we iets doen is bepalend voor het resultaat. Lichamelijke en geestelijke energie versterken mekaar. Als je het goed observeert, merk je dat het resultaat van een nieuw denkbeeld, van creativiteit, afhangt van hoeveel energie, hoeveel aandacht aan het onderwerp is besteed.
Naast het neutrale gegeven dat je minder energie kan hebben door ziekte of ouderdom, blijft er de vaststelling dat we ontzettend veel energie verspillen aan negatieve gedachten en handelingen. Mediteren helpt mij alvast om het grootste energielek dat piekeren is, radicaal de kop in te drukken. Maar er is ook het oude, beproefde middel dat we toepassen wanneer een kind het erg moeilijk heeft: zijn aandacht afleiden naar iets leuks of verrassends.
Ook als volwassene blijft het een voortdurende uitdaging om onze aandacht te verleggen van het problematische naar iets positiefs. ‘Positief denken’ is echter vaak een cliché geworden, de oppepper ‘Yes you can’ kan erg vermoeiend zijn. De essentie is om onze aandacht te verleggen van onderwerpen die we vaak beperken tot wat met ons ego te maken heeft, naar wat goed is voor anderen. Wat ons ego overstijgt, is bij uitbreiding een ruimere, meer universeel gerichte en dus bevrijdende blik. Spinoza omschreef die houding als: ‘Alles proberen te zien vanuit het perspectief van de eeuwigheid.’
Wanneer ik schrijf, lijkt de tijd sneller te gaan. Wanneer ik op de klok kijk, is er tijdens wat een kwartier leek tot mijn verbazing steeds opnieuw twee of drie uur verstreken. Nu de mij resterende levenstijd misschien korter wordt dan voorzien, ervaar ik aan den lijve het gevoel van hoogdringendheid. Elk moment wordt kostbaar, en ik wou dat ik dat besef de hele dag kon aanhouden. Helaas blijft het vaak beperkt tot de tijd waarin ik intens schrijf, in de tuin werk, naar muziek luister, met een vriend praat of met mijn kleinkinderen speel. Daarbuiten is het de gekende achteloosheid. Maar omdat ik voortdurend moe ben is dat misschien ook alles waartoe ik in staat ben.
Alleszins ervaar ik geregeld het gekende fenomeen dat ‘de tijd stilstaat.’ Als ik opga in een moment, als ik erin duik, knip ik de banden door met verleden en toekomst, met een continue stroom van tijd die we waarschijnlijk enkel in onze geest creëren. Niets in het leven is continu, in de zin van een ononderbroken rechte lijn die we mooi met een meetlat van verleden naar toekomst trekken.
Wat mij nu pas het inzicht geeft dat het uiteindelijk allemaal simpeler is dan ik het maakte. Misschien is de meest eenvoudige en efficiënte manier om energie te besparen, de dingen doen met volledige aandacht. Wat het boeddhisme al vijfentwintig eeuwen zegt en beoefent tijdens het mediteren. Hoeveel energie had ik niet kunnen besparen door deze drie columns tot die wijsheid te beperken?