In een aantal afleveringen werkt Dharmapelgrim een gedachtegang uit die mogelijk licht werpt op … ja, waarop eigenlijk?
Met de zogenoemde Oerknal is een proces op gang gekomen waarin de zichtbare werkelijkheid ontstond- zoals wij die kennen -. Er ontstond een universum, met sterrenstelsels, zonnen, planeten, manen en een heleboel losse dingen er in. Wij hoeven niet na te denken over hoeveel tijd dat proces precies in beslag nam, want Tijd is er alleen dankzij veranderingen en je merkt er pas iets van als je het gaat meten. (lees voorgaande artikelen).
Het zichtbare universum begon na de oerknal aan zijn eigen ontwikkeling. Tegelijk begon óók de onzichtbare werkelijkheid aan de eigen ontwikkeling! Er ontstond een onzichtbaar universum, vol onzichtbare sferen, dat in zijn geheel niettemin even reëel is als de sterrenstelsels, zonnen, planeten, manen en andere losse rommel die wij in het zichtbare universum kennen. Maar omdat het onzichtbaar is, zien we het niet. Dat is niet raar natuurlijk. Wat wel raar is, is dat veel mensen alles ontkennen dat ze niet kunnen zien. Daar wil ik het nu echter even niet over hebben.
Op aarde ontstond er door nog grotendeels onbekende processen leven: micro-organismen, insecten, planten, dieren … Maar gebeurde dat echt alleen maar op aarde? Dat weten we niet. Het is aannemelijk dat er verspreid in het zichtbare universum meer plaatsen zijn waar leven is. En dan is er dus nog die onzichtbare werkelijkheid.
Het allereerste “leven” had volgens mij géén stoffelijk lichaam. Het had slechts een lichaam dat bestond uit een begrensd geheel. En het kon zichzelf op een of andere manier vermenigvuldigen. En als je mij nu vraagt of ik even uit de doeken kan doen hoe het allemaal in zijn werk ging, is mijn antwoord heel eerlijk: ik heb geen flauw idee!
Ik ga er van uit dat ‘het bewustzijn’ er een rol in heeft gespeeld (en dat nog steeds doet). Wat bewustzijn precies is, weten geleerden niet. Dát het er is, is overduidelijk, maar waar het vandaan komt, hoe het werkt, en ga zo maar door, dát blijven vooralsnog raadsels.
Er zijn lieden die beweren dat alleen mensen een bewustzijn hebben, anderen gaan ervan uit dat er zeer veel wezens zijn met een bewustzijn. Engels sprekende Boeddhisten spreken over “sentiënt beings” wat zoveel betekent als “bewuste wezens”. Daaronder vallen volgens hen ook regenwormen, torretjes en muggen. Volgens weer anderen (en daar hoor ik ook bij) heeft alles een bewustzijn, zelfs stenen. Hoe dat kan, leg ik nu uit. Ik begin met een definitie:
= Bewustzijn bestaat uit Reflectie/Resonantie =
Reflectie ken je ongetwijfeld van de spiegel. Een spiegel reflecteert licht, en daardoor ook jouw door licht beschenen gezicht.
Resonantie ken je waarschijnlijk van ramen die gaan trillen als er een luid geluid klinkt. Misschien ken je het zelfs van het (in het stripverhaal ‘Kuifje en het geheim van de Eenhoorn’) idee dat een operazangeres (Bianca Castafiore, gemodelleerd naar Maria Callas) een kristallen wijnglas kan laten knappen door het aanhouden van een hoge noot.
Bewustzijn ontstaat door reflectie/resonantie, wanneer twee of meer DWE (lees aflevering 1) elkaar “aantikken” – ik heb er even geen beter woord voor -. De DWE’s reflecteren elkaar en resoneren met elkaar. Stel je maar twee blinkende gongetjes voor die tegen elkaar slaan. Ze weerspiegelen elkaar en gaan beide trillen.
Het is natuurlijk wel zo dat het bewustzijn van een zandkorrel van een totaal ander niveau is dan dat van een mens! Maar het is niet wezenlijk anders! Beide bestaan uit reflectie/resonantie. Het verschil zit hem in: kwantiteit, kwaliteit en duur.
Op het allerlaagste niveau ontstaat én dooft het bewustzijn instantaan, dat wil zeggen op hetzelfde moment als dat het ontstaat. De kwantiteit is minimaal (minder kan niet), de kwaliteit is absoluut basaal (ook hier: minder kan niet) en de duur is zo kort, dat zelfs een yoctoseconde een eeuwigheid lijkt. Kortom: stelt niks voor!
Op het allerhoogste niveau is het bewustzijn universeel, dat wil zeggen: de kwantiteit is allesomvattend; de kwaliteit is constant maximaal en de duur heeft geen duidelijk einde.
Het bewustzijn van de mens bevindt zich ergens tussen dat van een zandkorrel en het universele in. Dit is een aanname!
Ergens op de schaal tussen minimaal en maximaal bewustzijn, ontstaat ook nog eens Zelfbewustzijn. Dit is een bijzonder soort bewustzijn. Het ontstaat doordat er reflectie/resonantie optreedt dat zichzelf in stand houdt binnen duidelijke grenzen Dat laatste is het belangrijkst! Het is alsof licht/geluid opgesloten zit in een ruimte waarbinnen het eindeloos kan blijven weerkaatsen en weerklinken.
Zelfbewustzijn bevindt zich op dezelfde ontwikkelingslijn als die waarop je alle bewustzijnsniveaus kunt plaatsen. Het kent daardoor uiteraard óók niveaus. Het laagste niveau van zelfbewustzijn is zelfbewustzijn dat (nog) niet in staat is zichzelf uit te drukken. Het is er, zij het rudimentair. Het bewuste wezen volgt op dit niveau slechts “voorgeprogrammeerde” gedragslijnen, ofwel ingebouwde (door vastliggende informatie voorgeschreven) instincten. Ik denk dat wezens als aardwormen, torren en muggen hierbij dicht in de buurt komen.
Het hoogste niveau van zelfbewustzijn is universeel. Het houdt zichzelf niet alleen in stand (super-gestructureerd!), maar kan zich bovendien op talloze wijzen tot uitdrukking brengen en doet dat ook!. Het is evenwel gebonden aan 1) de wet van Balans en 2) de wet van Oorzaak en Gevolg.
Hoewel het Allerhoogste Bewustzijn samenvalt met Chaos, zijn het twee verschillende zaken. Het Allerhoogste Bewustzijn is super gestructureerd; alomtegenwoordig; alwetend en almachtig. Chaos daarentegen is volstrekt ongestructureerd; non-lokaal; verward, verwarrend én doelloos.
Snap jij het? Ik niet. Daarom herhaal ik hier maar het dialoogje waarmee ik aflevering 2 begon:
“Snap je het zelf?” vroeg iemand mij.
“Nee,” antwoordde ik, “Als puntje bij paaltje komt, snap ik er zelf ook geen snars van.”
“Als je het zelf niet snapt, waarom val je mij er dan mee lastig?”
“Hier geef ik twee antwoorden op,” zei ik. “Het eerste luidt: het is geen kwestie van snappen of niet snappen. Het tweede luidt: ik val jou nergens mee lastig. Als jij het gevoel hebt dat ik je ergens mee lastig val, komt dat waarschijnlijk doordat jij het lastig vindt.”
(wordt vervolgd)
Wulf zegt
Mag ik het simpel houden: (zelf)bewustzijn = IK
Dharmapelgrim zegt
Je mag het natuurlijk simpel houden. En ik mag het niet met je eens zijn. Zie een volgende aflevering. (Is al bij het BD)
robq zegt
Het ego is maar een mechanisme van het veel uitgebreidere algemeen bewustzijn en mogelijk zijn er zelfs verschillende vormen van bewustzijn. Het ik-ego maakt ons wijs dat het de grote baas is Quod Non.
G.J. Smeets zegt
Dharmapelgrim
“…een gedachtegang die mogelijk licht werpt op … ja, waarop eigenlijk?”
Het is afwachten hoe het verder gaat maar na vier afleveringen lijkt het erop dat licht wordt geworpen op je plezier in fantaseren. Dat vind ik mooi. Ook mooi is dat je zegt geen snars van je eigen fantasietjes te snappen.
@Wulf
Het kan nog simpeler: gewoon zeggen, zoals Menno, dat je niet snapt wat je zelf bij elkaar fantaseert.