Gisteren keek ik naar een film over een man die aan het syndroom van Asperger, een pervasieve ontwikkelingsstoornis lijdt. Hij is nachtportier in een hotel en heeft in kamers camera’s geïnstalleerd waarmee hij het gedrag van de gasten kan volgen. Volgens eigen zeggen om zichzelf sociale vaardigheden bij te brengen.
De nachtportier, Bart geheten, maakt en krijgt kennis met een lieftallige vrouw die incheckt in het hotel. Ze voeren interessante gesprekken en Bart besluit om in drukke straten en winkelcentra het contact met passanten aan te gaan om zo de wens van de nieuwe en eerste vriendin in zijn leven, om de stad en zichzelf te verkennen, te vervullen. Een hele stap voor een intelligente man die nog bij zijn moeder in de kelderetage woont maar verder gescheiden van haar leeft.
In de winkelcentra begroet Bart al lopend de voorbijgangers zonder ze echt aan te spreken.
En ineens ben ik zelf weer terug in de late jaren zeventig van de vorige eeuw. Ik woonde toen met mijn partner, de moeder van mijn kinderen, en mijn dochter en zoon in de Achterhoek, een prachtige streek. Op straat, in winkels, overal waar mensen waren begroette men elkaar. In het dialect maar dat had ik me toen nog niet eigen gemaakt. Ik zei hallo en dag of hoi.
Mijn woning in Rotterdam had ik in de begintijd van de Achterhoekse periode nog aangehouden. Het huis stond vol met verhuisdozen met onze spullen en we waren regelmatig in de Maasstad. Op straat nam ik onbewust de Achterhoekse gewoonte over en groette iedereen die ik tegenkwam. Hallo, dag, hoi. Best wel stoer voor een man die het liefst onzichtbaar is.
Net als bij Bart groetten de mensen niet terug en ik weet ook niet of ze mijn gedrag vreemd vonden. Misschien zeiden ze thuis wel: wat ik nu heb meegemaakt.
Ik heb geleerd om mooie dingen over te nemen. Een kort contact met iemand, voelen dat je er toe doet, gezien worden, kan een kantelmoment zijn in een leven. Hallo, hoi, dag.
Moedig voorwaarts!
Geertrudis zegt
🙋
HadiJoop – Goeie Morgen 😊!
Gerry