In de bajes is niets wat het lijkt. Het personeel is uit op rust en orde in de gebouwen, de bewoners, de gevangenen, ook. Maar in hun brein gist het, de meesten willen eruit, ontsnappen, maken zich zorgen over als ze weer buiten staan met een ticket voor de trein. Over huisvesting en werk. In de bajes hebben ze te maken met een hiërarchie van andere criminelen, waardoor het soms slikken of stikken is. Wie praat die gaat.
Deze column gaat over een burger undercover man -zelf geen crimineel- een aardige vent, sociaal ook, die voor politie en andere binnen- en buitenlandse opsporingsdiensten in het criminele milieu was geïnfiltreerd en zeer succesvol was. Leden van criminele binnen- en buitenlandse organisaties zitten tientallen jaren gevangenisstraf uit door zijn toedoen. Zijn schuilnaam was Noordzeeman.
De Noordzeeman leidde een eenzaam bestaan als infiltrant, kon met niemand over zijn bezigheden praten, behalve dan met de opsporingsdiensten en met mij toen ik nog politieverslaggever was. Een paar jaar geleden is hij overleden, anders had ik niet over hem kunnen schrijven, zo risicovol was zijn werk.
Op een dag belde hij mij op vanuit de gevangenis. Hij was gearresteerd door een politiedienst die zijn telefoon afluisterde. De rechercheurs hoorden dat hij met zware criminelen sprak over bijvoorbeeld drugstransporten en merkten hem aan als uitvoerder. De Noordzeeman was al eerder aangehouden, dat verstevigde zijn positie in het criminele milieu, maar nu kwam hij niet meer vrij en zat een vrij lange straf uit. Hoe dat kwam?
De politiediensten waarvoor hij werkte, het openbaar ministerie, lieten hem vallen als een baksteen, door zijn -eventuele- verklaringen kon hij ze alleen maar in de problemen helpen, het is een schimmige wereld. Vol onwettig gedrag door ook politiemensen. En de buitenwereld, zijn sociale omgeving, wilde niets meer met hem te maken hebben. Opsluiten, dat soort mensen, zeiden ze, de onwetenden. Lui die altijd klaarstaan met hun oordeel.
En zo werd de Noordzeeman nog eenzamer, in de bajes moest hij zwijgen over zijn achtergrond. Voor de bewaarders was hij een veroordeelde drugscrimineel, voor de gedetineerden ook. Ik bezocht hem regelmatig en op een dag vertelde hij mij dat een andere gedetineerde hem mogelijk aan het ontmaskeren was, lucht had gekregen van zijn activiteiten. Zijn leven liep gevaar.
In de bajes is niets wat het lijkt, zeker voor de Noordzeeman niet. Zelfs met een geestelijk verzorger kon hij niet over zijn sores praten, dat politiemensen en een officier van justitie hem in het pak hadden genaaid, hem zijn vrijheid hadden ontnomen. Dat de maatschappij die hij wilde beschermen zich tegen hem had gekeerd. Hij hield in de bajes ook zelf de schijn van veroordeelde drugscrimineel op maar kookte inwendig van woede. Maar die hield hij verborgen voor zijn omgeving, ook voor de geestelijk verzorger.
Op een dag kwam hij vrij en haalde ik hem op, een verbitterd mens, helemaal kapot gemaakt. Ik vertel dit om aan te geven dat soms omstandigheden buiten jezelf je schade kunnen berokkenen, je vrijheid kunnen kosten. In de bak speelde hij een toneelstuk, eenmaal vrij kon hij geen werk meer vinden en werd door zijn omgeving met de nek aangekeken. Hij, een veroordeelde drugscrimineel. Dat label was hem onterecht door anderen opgeplakt.
Laten we voorzichtig zijn met oordelen.
De politiemensen voor wie hij werkte hadden na zijn arrestatie een bloeiende internationale carrière.