De Coalition of Hindus of North America (CoHNA) in de VS verwelkomt het besluit van senator David Kaminsky uit New York om een wetsvoorstel uit 2021 in te trekken dat scholen in New York zou verplichten het hakenkruis te onderwijzen als een symbool van haat en intolerantie.
Over het wetsvoorstel ontstond intense publieke verontwaardiging vanuit de Hindoe, boeddhistische en Jain gemeenschappen in New York en ook verder in de Verenigde Staten, en de negatieve impact die een dergelijk wetsvoorstel kan hebben op leerlingen uit deze tradities die New Yorkse scholen bezoeken. Het uitroepen van het hakenkruis tot een symbool van haat kan leiden tot aanvallen op en pesterijen van studenten die het beschouwen als een symbool van vrede, welzijn en welvaart, stellen de organisaties. Over het gebruik van de swastika in de VS zijn ook gesprekken gevoerd met leiders van de Joodse gemeenschap.
Meer dan 2 miljard mensen uit de hindoeïstische, boeddhistische, Jain-, inheemse Amerikaanse en andere tradities beschouwen het hakenkruis en zijn equivalenten als symbolen van vrede, welzijn en welvaart. Het onderwijzen van de swastika als een symbool van haat in plaats van het hakenkruis dat door Hitler en Nazi Duitsland – zou de populaire misvatting over een heilig teken als een teken van dood en vernietiging verder bestendigen, vinden de organisaties.
Senator Kaminsky stelt dat het zijn bedoeling was om tolerantie te bevorderen en geen wrijving te veroorzaken met de Hindoe gemeenschap. Hij zal nu andere manieren proberen te vinden om voorlichting te geven over haat en tolerantie.
CoHNA, in samenwerking met de Heiwa Peace and Reconciliation Foundation of New York (Heiwa) en meer dan vijfendertig hindoeïstische, boeddhistische en Jain organisaties, lanceerde de Swastika Education & Awareness Campaign (SEAC) om een beter begrip te creëren over het hakenkruis en de volgens hen onterechte associatie met Hitler en nazi-Duitsland.
CoHNA, Heiwa en alle campagnepartners, samen met verschillende gemeenschapsorganisaties erkennen het intergenerationele trauma van de Joodse gemeenschap veroorzaakt door de nazi’s, samen met het feit dat het nazisymbool van het hakenkruis een pijnlijke herinnering is aan genocide, dood en lijden. Alle pogingen om dergelijke haatdragende ideologieën te bevorderen moeten ook worden veroordeeld. Maar men moet ook oppassen dat er geen sfeer van haat ontstaat tegen Hindoes, boeddhisten, Jains, Indianen en anderen, vinden de organisaties.
Kritiek
Het hakenkruis -swastika- staat in de westerse wereld symbool voor het kwaad tijdens de periode dat Adolf Hitler aan de macht was en het leed dat de nazi’s aanrichtten. Toen de Japanse boeddhistische monnik Kenjitsu Nakagaki in 1986 in een tempel in Seattle, VS, Boeddha’s verjaardag eerde met een bloemceremonie kreeg hij harde kritiek te verduren op de compositie van de bloemen die hij in de vorm van een hakenkruis tegen de klok in rangschikte.
De monnik (toen 25) , geboren in Osaka, Japan, was niet op de hoogte van het feit dat neonazi’s en blanke supremacisten de nazi swastika -met naar rechts gerichte haken- blijven gebruiken om haat te bevorderen. Hij kende het symbool als ‘manji’, een Chinees personage dat ‘geluk’ betekent in de Japanse taal. Vanwege de ontstane consternatie besloot hij het symbool niet meer te gebruiken hoewel het sinds de introductie van het boeddhisme in Japan ongeveer 1500 jaar geleden deel uit maakte van de Japanse cultuur en nog steeds wordt gebruikt.
Echter, tijdens een interreligieuze workshop in 2009, waar een expert op het gebied van haatdelicten het hakenkruis ‘een universeel symbool van haat en kwaad’ noemde, nam de monnik de beslissing om de oorspronkelijke betekenis van het embleem te behouden. ‘Dit smalle en beperkte perspectief is onaanvaardbaar voor degenen onder ons die waarde hechten aan en opgegroeid zijn met het hakenkruis in onze religies en cultuur,’ zegt Kenjitsu Nakagaki (57), thans een vooraanstaande boeddhistische priester in New York City. Hij schreef het boek ‘The Buddhist Swastika and Hitler’s Cross’, met als doel de westerse wereld te informeren over de oostelijke wortels van het symbool. Het boek gaat in detail in op de Sanskriet oorsprong van het hakenkruis en het gebruik ervan in het hindoeïsme, boeddhisme, jainisme, jodendom, christendom en islam, daterend van vóór de nazipropaganda van Hitler door de eeuwen heen.
Het hakenkruis komt in vele vormen en afbeeldingen voor. Afhankelijk van de respectievelijke religie en cultuur, bestaat de standaard versie van het boeddhisme met linksdraaiende armen, terwijl Hitler koos voor een swastika met rechtse haken. De swastika is overigens niet exclusief voor de oostelijke landen en zelfs te vinden is in de oude Ein Gedi synagoge in Israël, Grieks-Romeinse architectuur en in het metrostation New York City, met ontwerpen uit de jaren 1920.
Verboden
Op de eerste Vietnamese boeddhistische begraafplaats die in oktober 2015 in het Duitse Dresden in gebruik genomen is, zijn veel boeddhistische symbolen te zien. Maar een hakenkruis- de swastika, ontbreekt. In Vietnam is dit kruis vaak aanwezig op begraafplaatsen, tempels of andere boeddhistische heiligdommen, en wordt het –al ver voordat het boeddhisme ontstond- beschouwd als een teken van wedergeboorte en binnen andere religies als symbool voor geluk en voorspoed.
Het hakenkruis- voor velen het symbool van de door nazi’s aangerichte verschrikkingen en ideologie, is in Duitsland verboden. De beheerder van de Vietnamese begraafplaats houdt rekening met de in Duitsland levende gevoelens, waardoor de swastika op deze begraafplaats ontbreekt, hoewel het binnen het Vietnamees boeddhisme gebruikte hakenkruis een andere vorm heeft- de haken zijn tegen de klokrichting gericht, dan dat van de nazi’s, dat ook een slag gekanteld is. ‘Het boeddhisme leert ons extremen te vermijden en evenwicht te bewaren in het leven. Om die redenen hebben we besloten dit symbool niet te plaatsen op deze plek,’ zegt een woordvoerder van de Duitse Vietnamese gemeenschap.