In deze donkere dagen, waar juist door de extra stille lockdown online meetings zoals deze ontstaan, kunnen we wat extra inspiratie van Boeddha wel gebruiken. Vandaar een soetra die veel te maken heeft met rust-eenvoud-tevredenheid en aanverwante waarden: de Mangala soetra. Een bruikbare Nederlandse versie vind je hier
Het begin is al fraai: de vraag aan Boeddha was vooral gericht op zegeningen, wat in de Indiase cultuur geassocieerd wordt met rituelen en giften gedaan door goeroes aan studenten. Boeddha klapt dit 180 graden om, en zegt dat je zelf bepaalt welke zegeningen je wilt krijgen en het door eigen inspanning ook geleidelijk kan krijgen. En bij geen van die inspanningen worden magische rituelen genoemd!
Vers 259 over “Niet omgaan met dwazen, omgaan met de wijzen” komt aardig in de buurt van andere soetra’s die tot goed gezelschap en zelfonderzoek aansporen, zoals de Kalama soetra. Maar vanwege het nu gekozen thema wil ik het over een andere dimensie van de soetra hebben.
Ethiek: vrijgevigheid en tevredenheid
Een groot deel van de soetra gaat over adviezen die de vijf positieve leefregels herformuleren. Dus metta, vrijgevigheid, tevredenheid, waarheidsgetrouwheid en helderheid. De meest kernachtige stukjes vind ik:
- Vrijgevigheid in vers 263:
“Geven, en een deugdzaam leven, Een sterke familieband, daden die onberispelijk zijn.“
Dit is natuurlijk de oud-Indiase context van familie, maar vrijgevigheid is ook in de moderne tijd volop toepasbaar. Het houdt in dat je anderen zoveel mogelijk laat delen in jouw aandacht, opbrengsten van werk en bezittingen; in positieve zin probeer je het onderscheid tussen mijn en dijn wat te verminderen. - Samtushti oftewel rust, eenvoud en tevredenheid in heel wat verzen; o.a. “Bezigheden die niet stressend zijn”(261) en in 265-266 termen als “eerbied en bescheidenheid, tevredenheid en dankbaarheid en geduldig en zachtaardig zijn.”
- Het gevolg van een aantal adviezen komt dan in vers 268: “Wanneer contact met wereldse dingen de geest niet in beroering brengt:
Vrij van verdriet, smetteloos en veilig.”
Tevredenheid in de lockdown
We zitten én met de kortste dagen van het jaar én misschien wel de strengste inperking van ‘vrijheden’ ooit. Dus allerlei verzetjes buitenshuis vallen vanzelf weg, en misschien ga je net als ik wat meer reflecteren over wat nu wel en niet belangrijk is in het leven. Voor mij komen dan waarden bovendrijven zoals
- Zo veel mogelijk uitgaand contact handhaven; als je mensen minder fysiek mag zien dan zullen telefoon, Zoom etc. essentieel zijn om familiebanden en (spirituele) vriendschappen te onderhouden.
- De neiging tot cocooning-in-huis tegengaan door geregeld te bedenken ‘Wat kan ik doen om anderen een betere dag te geven? Waar zijn mensen met eenzaamheidsvirus die mijn hulp kunnen gebruiken?’
- Zo veel mogelijk in de ‘ruimte’ leven. Dus waar je ook woont, blijf wandelingen maken (op gepaste afstand) en waar mogelijk een stuk de natuur in. Met uitzondering van thuisretraites zijn de vier muren om je heen veelal een belemmering, aansporend tot een te beperkte blik op de wereld.
- Ontdekken waar de ‘stroom’ in de wereld om je heen zit, en dan ‘met die stroom mee te gaan’. Oftewel uit vers 264: “Onthouding en afzien van het kwade” en “Waakzaam betreffende mentale staten”. Dit heeft allemaal te maken met de Middenweg van Boeddha’s eigen ervaring en leer: geen nihilisme maar ook geen eternalisme, geen zelfkwelling maar ook geen hedonisme. En dat soort adviezen gaf Boeddha ook aan koningen en andere politici van zijn tijd: zij moesten een ‘dharmaraja’ (dharmavolgende koning) worden en voldoen aan een lijst van tien kwaliteiten: de Dasavidha-rājadhamma.
Die lijst vloeit voort uit de boven genoemde leefregels. Met ook specifiek aandacht voor zelfbeheersing (tapa), rust/kalmte (ksanti en akoddha) en tot slot rechtschapenheid zonder enig vooroordeel (avirodhana).
Nu hoeven we écht niet met zijn allen de politiek in te gaan, maar in je interactie met je medemensen kom je zeker wat belangenafwegingen tegen. Bijvoorbeeld in de coronaperiode de afweging tussen gezondheid, economisch belang en individuele vrijheid. En in een latere fase de afweging tussen je eigen belang om gevaccineerd te zijn (met de balans tussen voor- en nadelen) en het altruïstische element dat je anderen niet wilt kunnen besmetten. En in veel bredere zin je consumptiegedrag; hoe milieuvriendelijk wil en kun je zijn, voor de mensen nu en de generaties na ons? Niet iedereen hoeft op zoek te gaan naar een ‘tiny house’ of een baan in de natuur, maar iedereen kan wél kijken bij elke volgende keuze als consument of het allemaal noodzakelijk is vanuit de rust-eenvoud-tevredenheid gedachte zowel naar jouw gestel toe als naar de natuur.
Voor de juiste boeddhistische keuze, en die kan voor ieder van ons afwijken omdat we ieder andere omstandigheden hebben, is het beeld dat Boeddha had van zijn ideale volgelingen (met pij of met familieleven) behulpzaam. Ze zijn in-de-wereld maar niet van-de-wereld; en gaan met de natuur om zoals een vlinder met de plantenwereld. Hij is in nauw contact met de bloemen, maar neemt (nectar) en geeft (stuifmeel) in volstrekte harmonie en nooit meer dan nodig is. Daarbij is helderheid van geest, onafhankelijk van enige verslavende substantie maar ook bijvoorbeeld TV/bingewatch/game-verslaving, één der sterke hulpmiddelen.
De ideale boeddhist
Al die kwaliteiten definiëren het leven van die ideale volgeling: de ‘bodhisattva’ in mahayana-taal. En goede voorbeelden ervan waren de eerste golven Indiase missionarissen in China, zoals Bodhidharma. Waar ze in India als bedelmonnik leefden bleek dat in de Chinese cultuur niet acceptabel te zijn, en dus stroopten ze de mouwen op en gingen overdag werken in de landbouw. En later op de velden van eigen kloosters. Ze waren een symbool van nederigheid en rust-eenvoud-tevredenheid. En daardoor was hun geloofwaardigheid in spirituele advisering ’s avonds een stuk beter dan die van pakweg de op steenrijke tempels passende taoïstische priesters.
Sprookje: Jzero en de planeet Polygor
Ik wil jullie nu meenemen naar een songtekst uit de jaren ’70; in die tijd was ik nog op zoek naar spiritualiteit, en poëzie inclusief songs waren toen voor mij toegankelijker dan sangha’s en leraren. Natuurlijk bleek een deel ervan achteraf doorgeschoten hippie-denken, maar een deel doorstaat de tand des tijds. Teksten zoals deze zijn me nog tientallen jaren van pas gekomen in diverse fasen van mijn pad dat me naar Boeddha leidde. De muziek hoef je beslist niet mooi te vinden, maar hopelijk kun je net als ik wat inspiratie voor het leven als bodhisattva uit de tekst halen. De tekst is deel van een ‘conceptalbum’ van de Brits-Griekse zanger Cat Stevens, en het sprookje gaat als volgt:
Op de planeet Polygor, vele lichtjaren van hier, leefden in een bergkasteel de nummeraars. Hun taak was simpel: alle andere werelden hadden de cijfers 1 tot en met 9 volop nodig, en de negen Polygonen distribueerden die nadat een machine ze aanmaakte. In een stabiel dagelijks ritme, dat al sinds mensenheugenis hetzelfde was. Het leven was voorspelbaar. Maar zo af en toe bekropen hen twijfels; zo had de oude Novim (die de ‘9’ distribueerde) een droom die voorspelde dat ze na hun dood totaal niet gemist zouden worden.
Totdat op de planeet een vreemdeling strandt, genaamd Jzero. Hij klikt met allen direct, behalve koning Monad (van de ‘1’). Monad beschuldigt Jzero van vreemde ‘Majik’ in een ander lied van het album, met frasen als
‘What kind of power,
What kind of demon is this
Who kicks me out in shame,
With every word he says
What kind of majik of majiks.
“Go on and let him in, he’s only asking for
A simple job to do and nothing more” they said.
But looking back
I see this stranger had the key
To any door.’
Het moge duidelijk zijn: Jzero vervult de rol van een Bodhidharma-in-China. En gelukkig loopt het sprookje goed af, en leven de Negen (+ 1) nog een stuk langer en gelukkiger dan ze eerst vermoedden.
Een ander lied op het album, ‘Drywood’, benadert de transformatie veel meer psychologisch. Aanbevolen leesvoer op o.a. hier
Terug naar Jzero: ik spoor een ieder aan het door hem gezongen lied zelf te beluisteren mét lezen van de tekst
Maar ik wil enige kernregels van de tekst hier noemen, met hun concrete aansporingen voor ons geïnspireerden-door-Boeddha.
Well I ain’t got nothing
And to nothing I belong
You won’t find me right,
Yet you won’t find me wrong
If you think about me,
Don’t think too long–
Just call me Jzero.
Waar Jzero ook zijn inspiratie vandaan heeft, St. Franciscus of Bodhidharma of Gandhi – dat maakt me allemaal even niet uit. Volgens de Boeddha is dít precies de middenweg, voorbij allerlei wereldse oordelen over goed en fout! En het spoort de Polygonen en andere luisteraars ook aan om mindfulness te ontwikkelen: helder ervaren van wat er gebeurt, geen overdadig denken en conceptualiseren.
Bovenstaande intro ’landt’ echter nog niet geheel bij de Polygonen. Ze zingen namelijk in koor terug:
Well he says he hasn’t got nothing
But he seems to possess less
He waltzed through the door
Like a tapdance with death
What kind of fool is he?
En dat is geen beste karakterisering, de wijsheid van Jzero als krankzinnigheid beschouwen? Jzero gaat daarom wat meer in detail:
Well I don’t eat a lot
I do work for nothing so
If there’s a job I can fill the gap
I don’t need a room, bed or pillow oh
Once you’ve decided to trust me with time
You won’t need to look back…
Zoals boven al gezegd, precies de mentaliteit waarmee Bodhidharma zo’n succes had in China. En voor alles dat je in een volgende levensstap wilt doen, is de vraag gerechtvaardigd: wat is je echte behoefte (‘need’) en wat ligt daarbovenop allemaal aan niet per se nodige luxe (‘want’)? Om Gandhi maar weer eens te citeren: ‘The world produces enough for everybody’s need, but not for everybody’s greed’.
De slotakkoorden van Jzero zijn dan
Well I ain’t got nothing,
But it don’t worry me
I came to this life like a free-walking tree
No need to be tied, no need to be–
They call me Jzero.
Dus zelfs het ‘zijn’ wil hij ontstijgen!
Eindadviezen
Een sprookje is maar een sprookje, en de poëtische taal van Cat Stevens kan nét anders uitpakken dan de mythische taal van de boeddhistische mangala soetra. Maar ze sturen je zo duidelijk in dezelfde richting dat het geen toeval kan zijn, en misschien kunnen we de komende donkere dagen gewoon wat dingen meenemen in reflecties:
- De vijf leefregels sporen ons aan tot werken vanuit helderheid, metta en tevredenheid; zoals de mangala soetra bevestigt is het aan je eigen inspanning om ‘zegeningen’ te krijgen.
- Dat aansporen is ook tot ‘zoeken van de middenweg’ en ons aanpassen aan wat er gebeurt, zo ook nu met alle lockdown- en vaccinatiediscussies. Vastgeroeste denkbeelden zoals van de Polygonen blokkeren het onderzoeken van nieuwe wegen; voor onszelf én de leiders die we kiezen gaat het om bijvoorbeeld zelfbeheersing, kalmte en rechtschapenheid!
- En de basisgedachte daarbij is afhankelijk ontstaan: niets is permanent en niets is écht ons bezit, en misschien kun je wel net als Bodhidharma gewoon met zo min mogelijk gehechtheid op weg naar de volgende stappen in je leven!
Peter C. Hendriks zegt
Dank je wel.