Dit is Toey. Hij is wel vaker voorbijgekomen in onze blogs. Toey woont in het dorp, maar heeft een groot stuk weiland en rijstveld grenzend aan ons landje. Zo gauw het ’s morgens licht begint te worden zien we Toey in de weer met zijn koeien. Afhankelijk van de tijd van het jaar moet hij daarna allerlei klussen op zijn land doen: gras maaien, rijst uitplanten, ploegen, slootjes uitdiepen, mest strooien, vogels wegjagen en ga zo maar door. Al te veel tijd heeft hij daar niet voor, want zodra er zich betaalde klussen aandienen neemt hij die aan. Afrasteringen plaatsen, bamboe zagen, waterleiding ingraven, vloertjes storten, schuurtjes bouwen, het maakt niet uit wat. Op de terugweg van een klus sprokkelt hij dan nog wat hout om een vuurtje te maken waarop gekookt kan worden. Ten slotte gaat hij dan weer naar zijn koeien en als het mee zit heeft hij die net voor het donker weer op stal, maar soms horen we het ha-ha-ha waarmee hij zijn dieren roept nog ver na zonsondergang, en zien we het licht van zijn lamp in de wei. Zo gaat het eigenlijk al zijn hele volwassen leven.
Dit is Foe. Foe is de kleinzoon van Toey. Vorig jaar is zijn vader overleden en zijn moeder is al een hele tijd uit beeld. We zien Foe vaak in het kielzog van zijn opa, mee naar de koeien, mee naar de klussen op het land en naar de klussen voor derden. “Goodmorning” roept hij naar ons, ongeacht het tijdstip waarop we voorbij komen. Foe heeft nog een oudere zus en een gehandicapte broer. Ook voor die twee heeft Toey de zorg. Dat is hier in Thailand geen keuze; dat is gewoon zoals het gaat.
En hier hebben we Pradith. Hij draagt een offerboom met geld, dat ter gelegenheid van het boeddhistische feest Kathin is ingezameld en naar de tempel gebracht wordt. Voor die tijd heeft hij al voor een paarhonderd personen gekookt, want tijdens Kathin moet er ook gegeten worden. En daar weer voor is hij naar zijn kleine landje met rubberbomen gereden om rubber af te tappen en nieuwe tappunten in de bomen te snijden. Voor het werk aan de rubberbomen staat hij iedere dag al om 4 uur op, zodat hij om een uur of half zeven weer thuis in zijn restaurantje annex dorpswinkel kan zijn. Want rond die tijd komen de eerste klanten. Sommige voor een ontbijtje, andere voor wat inkopen in het winkeltje.
Dan is het tijd om naar de markt te gaan om inkopen te doen voor het restaurant. Daarna groente schoonmaken en voorbereiden wat voorbereid kan worden. Als de lunchgasten vertrokken zijn is het even tijd voor een siësta, maar dan nadert de tijd voor het avondeten alweer. Kathin is een extra drukke dag, maar Pradith kookt wel vaker voor tempels in de buurt. En verder komt de fabriek in de buurt vaak met bestellingen en kunnen er natuurlijk ook spontaan mensen binnenvallen.
Somtjid kennen jullie nog van een paar blogs geleden, waarin ik haar filantropische werk hoger waardeerde dan dat van Bill Gates c.s. Ze draagt de Kathin-geldboom met de bijdragen van haar en Pradith en van ons. Speciaal voor ons heeft ze “farang” op het bordje ook in Latijns schrift geschreven, naast de Thaise versie, die er natuurlijk ook op moet, zodat de monniken weten van wie de goede gaven afkomstig zijn. Somtjid heeft deels hetzelfde dagritme als Pradith, maar zorgt naast haar restaurantwerk ook voor de goed verzorgde tuin én voor mensen in het dorp die ondersteuning nodig hebben.
Wie kent haar niet… Mieke, losjes leunend tegen de papayaboom. Als het ’s morgens licht begint te worden drinkt ze een kop koffie in bed en leest wat, kijkt wat, of doet een spelletje. Daarna ontbijt ze naar keuze in bed, in de sala of op het balkon van het houten gastenhuisje. Dan is het tijd om de dieren te verzorgen en in de tuin te werken, of verder te gaan met het opleuken van het huisje of het uitbreiden van de mozaïekvloer rondom. De lunch wordt in een restaurantje genuttigd of afgehaald. Na de lunch is het tijd voor siësta of wat lamballen of iemand bellen in Nederland. Zodra het later in de middag wat afkoelt kan er nog wat in de tuin gedaan worden en moet er worden besloten waar er gegeten gaat worden of wat er in huis wordt gehaald.
En natuurlijk mag François niet ontbreken. Hij volgt zo’n beetje hetzelfde ritme als Mieke en doet zo’n 10 uur per week nog redactieklusjes voor het ooit door hem opgerichte 2Xplain. Sinds de 1e van deze maand is hij officieel gepensioneerd, maar al 4 jaar geleden stopte hij zijn fulltime werk bij 2Xplain. Mieke kon als verpleegkundige al op haar 55e met vervroegd pensioen.
Toey is ongeveer net zo oud als François; Somtjid heeft dezelfde leeftijd als Mieke. Toey heeft geen pensioen, maar wel 3 kleinkinderen te onderhouden. Hij moet gewoon doorgaan met zijn vee en zijn landje en zijn klussen. Somtjid en Pradith hebben ook geen pensioen, maar wel wat land gekocht als oudedagsvoorziening. Voorlopig zullen ze echter ook gewoon door moeten werken.
De reden voor bovenstaande uitgebreide inleiding, deels bovendien met al bekende feiten, was een artikeltje in Trouw van afgelopen dinsdag: Pilletje tegen dodelijke slangenbeet komt in zicht. Goed nieuws voor wie woont op een plek waar wekelijks wel een of meer slangen gespot worden. Het bijzondere van het gevonden medicijn is dat een combinatie van bestaande pillen is en dat het heel goedkoop is. Het lijkt te werken bij beten van adderachtigen, die de helft van de 140.000 jaarlijkse slachtoffers van slangenbeten op hun geweten hebben. Voor beten van de cobra en de krait, die hier ook vertoeven, zijn andere medicijnen nodig, maar de farmaceuten zijn niet geïnteresseerd om daarin te investeren, want cobra, krait en dergelijke komen alleen in armere landen voor.
Dat verhaal sluit dan weer naadloos aan bij het artikel “De geschiedenis herhaalt zich: na HIV werken de rijke landen nu de bestrijding van de coronacrisis tegen”, eveneens in Trouw. Net als indertijd met HIV zijn nu de coronavaccins te duur voor de armere landen en net als bij HIV weigeren de rijke landen, waaronder Nederland, de patenten op te heffen waardoor het armere landen onmogelijk wordt gemaakt om zelf goedkopere varianten te produceren. Ondanks alle plechtige beloftes over eerlijke verdeling van de vaccins hebben de rijke landen gewoon ruimschoots ingekocht, met Canada als uitschieter: daar kunnen de inwoners 9 keer gevaccineerd worden met de ingekochte voorraad. Voor inwoners van de EU liggen straks 4 doses per persoon klaar. Voor armere landen is ter inlossing van die plechtige beloften het inkoopprogramma COVAX gestart. Per 10 mensen die van dat programma afhankelijk zijn is er nu 1 dosis vaccin beschikbaar.
Het beeld begint duidelijk te worden: waar de westerlingen straks ingeënt weer aan het werk en op reis kunnen, gaan in Afrika en hier in Azië veel mensen dood of moeten noodgedwongen de grenzen gesloten blijven of quarantainemaatregelen worden opgelegd. Dus blijven veel westerlingen weg, wat dan weer erg goed is voor het milieu, maar wat de armoede hier verder doet toenemen. En uiteindelijk zijn straks de verschillen tussen arm en rijk weer verder gegroeid.
Wat hebben Toey, Foe, Pradith, Somtjid, Mieke en François hier nou mee te maken? Als het gaat om de pensioenen en welvaart in Nederland wordt er steevast benoemd dat we daar met zijn allen “keihard voor gewerkt hebben”. Iets wat haast impliceert dat anderen dat blijkbaar niet gedaan hebben. Nu was tenten bouwen op het socialistische bolwerk De Paasheuvel best zwaar werk en namen ze het daar niet zo nauw met werktijden (Joop Vissers “Linkse mensen” was populair onder de werknemers), maar zelfs al had ik dat mijn hele leven gedaan, dan zou ik nog niet in de buurt komen van de inspanningen die Toey, Pradith en Somtjid moeten verrichten om in eenvoudig levensonderhoud te voorzien. Als inkomen afhankelijk zou zijn van hoe keihard je werkt zou Toey in Nederland zitten te lamballen, in plaats van ik in Thailand.
Zoals in Nederland de zwaarste arbeid het minst beloond wordt, geldt dat ook op grotere schaal. Straks kunnen de Nederlanders na een jaar afzien eindelijk weer op “welverdiende” vakantie. Niet naar Thailand, want dat wil corona buiten houden maar heeft nog geen vaccins kunnen kopen. En Toey, voor wie een vakantie echt welverdiend zou zijn, werkt keihard door tot hij echt niet meer kan. Klagen doet hij daar niet over; dat kun je ook beter aan de farang overlaten.
Wouter ter Braake zegt
Een verhaal warm van hart en scherp van pen. Dank je weer voor dit reflectieve verhaal uit Thailand. Blijf berichten, ik lees ze zeer graag.
Ook heb ik jullie verhaal doorgestuurd naar diverse van mijn ‘oude strijdmakkers’ met de volgende aanbeveling: Vaak blijken boeddhistisch geïnspireerde mensen een ‘links hart’ te hebben. Lees s.v.p. dit prachtige verhaal.
François la Poutré zegt
Dank je wel, Wouter. Het leven hier is zo anders dat de verhalen zich vanzelf aandienen. Ik hoef slechts te noteren. Fijn om te zien dat ze gelezen worden. Als ze hier en daar ook nog iemand aan het denken zetten is dat extra mooi.
Peter C. Hendriks zegt
Mooi verhaal. Ooit verbleef ik korte tijd in Thailand. IK woonde daar samen met Nittaya Lumpoo in een hutje van hardboard en golfplaten in het toen nog niet toeristische pattaya. Iedere avond kwamen de dames, die de Amerikaanse soldaten die in Vietnam vochten plezierden, bij ons op bezoek. De bevolking daar noemde me ‘number one’. Nittaya zei vaak “ik maak je dood, want ik wil niet dat je weggaat.” Ik heb haar enkel gezegd dat ze me dan maar achter het hutje moest begraven. Helaas kreeg ik toen van de Thaise regering geen verblijfsvergunning. Ik hou van die mensen en heb daar in die korte tijd de mooiste tijd van mijn leven gehad. Ook toen hadden de armen niets en werden de rijken steeds rijker. Sinds die tijd voelde ik me ook boeddhist.
François la Poutré zegt
Ja, daar is in die tijd de basis voor de reputatie van Thailand als seksparadijs gelegd. Hier op het platteland in het noorden is het gelukkig een heel ander soort Thailand. Pattaya is door corona nu een soort spookstad geworden. De meisjes zijn coronaslachtoffers zonder ziek te zijn.
Joost zegt
Mooi verhaal. Kijk elke keer weer uit naar het wel en wee van jullie daar. Laat ons blijven genieten van jullie mooie en leerzame verhalen. Blijf gezond en een mooie jaarwisseling.