De foto hiernaast is in 2013 genomen, in het kamp in Hoek van Holland. Elke zomer ging ik wel een paar keer naar ‘het kamp’ waar mijn zus en zwager dan voor een half jaar woonden. Nee, ze zaten niet achter prikkeldraad of in kerkers, Rotterdammers noemen het recreatieoord Hoek van Holland, ook wel de houten kampeerstad met 900 houten huizen en huisjes gewoon ‘het kamp’. Net zoals de Beurstraverse met ruim 40 winkels in het centrum van Rotterdam de Koopgoot wordt genoemd en het Kralinger Hout het Kralingse bos. Rotterdammers, de stad van durvers en doeners, houden niet van kapsones.
Mijn zus en zwager die in Rotterdam wonen hadden ook een huis op het kamp. Ze brachten er vanaf 1 maart tot 1 november de dagen door en sliepen in een kleine slaapkamer. Voor- en achter het huis was een plaatsje met rondom heggen. Mijn zwager kluste graag en er is altijd wel wat te doen in en om een houten huis. Ze kenden er iedereen, groetten ook iedereen, familie van mijn zwager hadden daar ook huisjes, kwamen af en toe een bakkie doen. Er was een tijd dat er veel werd ingebroken in tijdelijk leegstaande huisjes in Het Kamp. Dat vonden de kampbewoners, veel gepensioneerde havenarbeiders van de soort niet lullen maar aanpakken, niet echt leuk. Ze formeerden een surveillanceteam en betrapten de daders, een groepje Polen, in een nacht op heterdaad. Na de ontmoeting is er geen inbreker meer gesignaleerd, de politie kwam er niet aan te pas. Ik ben tegen geweld.
Ik kwam altijd het kamp binnen via een parking bovenaan een plateau. Een lange trap, als het geregend had met tientallen slakken met huisjes op de rug op de betonnen treden, en beneden liep ik zo naar het huis van mijn zus. De houten kampeerstad ligt vlak aan zee, met mooie brede stranden maar is niet zo bekend bij de niet-Rotterdammers. Hoek van Holland zelf is een leuk dorp met een brede promenade en Duitse bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. Tegenwoordig een bezienswaardigheid. Het is Rotterdam aan zee.
Mijn zwager is een paar jaar geleden in zijn huis tussen zijn dierbaren gestorven. Een paar weken daarna is zijn as verstrooid in het water van de Nieuwe Waterweg, vlakbij het kamp. Zo dreef hij naar zee, het was een indrukwekkend moment. Mijn zwager was een hartstikke goede man, vader en opa. Ik trok graag met hem op. Mijn zus is mijn lievelingszus.
Met de latere moeder van mijn kinderen ging ik in de beginjaren zeventig regelmatig naar het naaktstrand bij Hoek van Holland. Onze hond Quintus, een aimabele Rottweiler, ging altijd mee. Als hij veel zout water had gedronken spoot het er vanachter explosief uit, als een soort klysma. Het was een hete dag en mijn partner en ik lagen poedelnaakt in een duinpan, onze kleding achtergelaten in de auto. We genoten. Ineens staat er een geklede man aan de rand van de duinpan: ‘Hebben jullie misschien een vuurtje voor me?’
Eigenlijk ben ik ook een Hoek van Holland, maar dat kan je in een tijd van populisme beter niet zeggen.
Moedig voorwaarts!
Wulf zegt
Als naturist is het als roker best lastig. Bijvoorbeeld bij zo’n vereniging als Zon en Leven is roken verboden op hun terreinen. Een lekker wijntje mag gelukkig inmiddels wel.
Francois La Poutre zegt
Ook een Hoek van Holland… Briljant spel met woorden.