Vandaag zat ik, ondanks het hondenweer, regen, gure wind, lage temperatuur, op een bankje in een straat in een wat ze noemen volksbuurt in Bunkerstad. In die straat zijn ook een boeddhistisch centrum, een RK-kerk en een islamitisch centrum gevestigd. Je hebt het maar voor het uitzoeken.
Er liep een pastoor voorbij, nog compleet met boordje maar verder in burger. De volksmensen leken hem te kennen. ‘Hé, Gerrit, hoe is het, gaat de tent zondag nog open of is het bedrijf nou helemaal failliet?’ zeiden ze tegen de eerwaarwaarde. Gerrit lachte.
Er liep een islamitisch geestelijk verzorger langs. In een soort uniform. De voorbijgangers liepen zonder hem zogenaamd niet op te merken langs hem heen- negeerden hem. Hij was van de hoofddoekjes en die zijn toch anders, zag je ze denken.
Er liep een man voorbij die zich had uitgedost als boeddhistisch monnik. De mensen lachten naar hem, vouwden hun handen voor de borst en maakten een buiging voor hem.
Kleren maken of ze je mogen of niet.
Trek de pastoor het kleed aan van de islamitische geestelijk verzorger en Gerrit bestaat niet meer. Trek de islamitisch geestelijk verzorger de pij aan van de boeddhistische monnik en hij ontvangt duizend kilo warmte.
Doe de boeddhistische monnik een wit gesteven boordje om, een gewoon pak aan, speldt een kruisje op zijn revers en hij is de populaire Gerrit.
Je maakt veel mee op zo’n bankje. Haat en warmte op de vierkante meter.
Moedig voorwaarts!
Ruud van Bokhoven zegt
Of meneer de directeur in zwerverskleding, het volk loopt met een boog om hem heen.
De zwerver in directeurskleding, geschoren en de haren geknipt krijgt veel aandacht van hen die er beter van wilt worden.
Men bekijkt de mens niet als zijn gelijke medemens. Namesté.
Zeshin zegt
of je trekt een Japanse ijscoman een pij aan en iedereen is er van overtuigd dat hij de boeddhistische wijsheid in pacht heeft