We wonen niet in het oosten of westen, we studeren niet in het noorden en we onderwijzen niet in het zuiden.
Al-Lahi
Hans: Noch houden wij het midden.
Ayah: Hè?
Hans: Wat?
Ayah: Volgens mij bedoelt Al-Lahi dat Waarheid niet aan tijd of plaats gebonden is.
Hans: God verhoede.
Ayah: Hoezo?
Hans: Dan zit je er voor altijd aan vast.
Ayah: Het einde van de relativiteit.
Hans: Het einde van het vrije denken en spreken.
Ayah: Waarom zou je iets anders willen denken en spreken dan de absolute waarheid?
Hans: De absolute waarheid duldt absoluut geen tegenspraak.
Ayah: Tenzij vrij denken en vrij spreken verankerd liggen in de absolute waarheid.
Hans: Dan zit je daar weer aan vast.
Ayah: Hoezo?
Hans: Vanwege dat anker.
Ayah: Jij bent meer van absolute vrijheid.
Hans: Dan zit je daar weer in vast.
Ayah: Hoezo?
Hans: Dan mag je nooit meer gebonden zijn.
Ayah: Misschien verwijst Al-Lahi alleen maar naar de Gulden Middenweg.
Hans: Ik hou het op de Gulden Uitweg.
Ayah: Wat is de Gulden Uitweg?
Hans: Dat hangt ervan af.
Ayah: Waarvan af?
Hans: Van waar je bent.
Ayah: Waar je ook bent, dát is je vertrekpunt?
Hans: Daar zou ik maar niet van uitgaan.
Ayah: Ik zou niet weten waar ik anders van uit moest gaan.
Hans: Dan is dat je vertrekpunt.
Ayah: Want ‘we wonen niet in het oosten of westen, we studeren niet in het noorden en we onderwijzen niet in het zuiden’.
Hans: Noch houden wij het midden.
Ayah: Niet langer zijn wij gekluisterd aan het relatieve.
Hans: Noch sluiten wij ons op in het absolute.
Ayah: Wij volgen de Gulden Uitweg.
Hans: Weg van de Gulden Uitweg.
Ayah: Hè?
Hans: Wat?
Ayah: De Gulden Uitweg leidt weg van de Gulden Uitweg?
Hans: Welke Gulden Uitweg?
Ayah: Hoe is het om overal uit weg te zijn?
Hans: Daar ben je dan helemaal weg van.
Ayah: Wat als we iedere weg verlaten?
Hans: Dan zijn we waar we zijn en doen daar wat we doen.
Ayah: Wat als we onze Weg vervolgen?
Hans: Ook.
Ayah: Wat maakt het dan uit?
Hans: Als je het mij vraagt niets.
Ayah: Waarom noem je het dan de Gulden Uitweg?
Hans: Daarom noem ik het de Gulden Uitweg.
Komt jouw wijsheid uit het oosten of het westen?
Houd jij liever het midden of zoek je de uitersten op?
Heb jij het gevoel dat je ergens weg moet of dat je ergens heen moet?
Ga jij liever de weg of weg van de weg?
Denk jij dat er universele waarheid of wijsheid is?
Vind jij dat je anders moet leven?
Vind jij dat iedereen moet leven zoals jij leeft of zou willen leven of zou moeten leven?