Een van de rijkste mensen ter wereld, de Chinese zakenman Li Ka-Shing (90) uit Hongkong, eigenaar van onder andere de drogisterijketen Kuidvat en het Rotterdamse overslagbedrijf ECT, heeft in Hongkong het eerste boeddhistisch museum in de wereld geopend dat de historische pracht en praal van het Chinees boeddhisme uitstraalt. Het museum staat op het boeddhistisch kloostercompelx Tsz Shan in de regio Tai Po dat de zakenman al eerder voor 1.2 miljard euro liet bouwen. In mei is het voor het publiek toegankelijk.
De inrichting van het museum, met een collectie van 100 boeddhabeelden, schilderingen en oude manuscripten, kostte de zakenman 340 miljoen euro. Al het waarneembare is een illusie, vindt Li Ka-shing. De stichting van het museum- anderen de gelegenheid bieden om kennis te maken met het boeddhisme, wordt binnen het boeddhisme als een goede daad gezien en levert positief karma op. Lange tijd zette het communistisch regiem van China zich af tegen elke vorm van religie en werd het boeddhisme ondergronds beoefend. Maar nu zien de Chinese machthebbers, die in Tibet boeddhistische monniken en nonnen met harde discipline in het eigen gareel probeert te krijgen, het boeddhisme als een ingang om invloed uit te kunnen oefenen. In Nepal wordt met Chinees geld een soort pretpark ontwikkeld rond de geboorteplaats van de Boeddha. Europa maakt zich steeds meer zorgen over de invloed van China op infrastructuur, politiek en economie.
Li Ka-Shing (Chaozhou, 13 juni 1928) is een zeer rijke zakenman uit Hongkong. Zijn vermogen werd in 2018 geschat op 30,5 miljard dollar. Li Ka-shing werd geboren in 1928 te Chaozhou. In 1940 vluchtte de familie Li naar Hongkong om de beroeringen in China te ontvluchten. De familie verbleef in het huis van Li Ka-Shings rijke oom.
Li’s vader overleed in Hongkong. Vanwege deze gebeurtenis stopte Li Ka-Shing met school en ging op zijn vijftiende werk zoeken om zijn gezin te helpen op financieel gebied. Hij vond werk bij een plasticfabriek, waar hij zestien uur per dag moest werken. Doordat hij veel geld had gespaard door dit werk, kon hij in 1950 zijn eigen bedrijf starten, Cheung Kong Industries. Dat bedrijf maakte ook plastic waren en was zeer succesvol. Dit leverde hem veel winst op en vormde de basis voor een uitbreiding in de onroerend goed sector.