Twintig categorische vragen
Meester Tja zegt:
Met de rede regeer je de staat
maar waarmee regeer je de rede?
Met de wet beheers je de misdaad
maar waarmee beheers je de wet?
Met bureaucratie reguleer je de willekeur
maar waarmee reguleer je de bureaucratie?
Met wapentuig onderwerp je de vijand
maar waarmee onderwerp je het wapentuig?
Met godsdienst beteugel je goddeloosheid
maar waarmee beteugel je de godsdienst?
Met idealen overmeester je de wereld
maar waarmee overmeester je de idealen?
Met cynisme beperk je de wanhoop
maar waarmee beperk je het cynisme?
Met listen betwist je de gluiperds
maar waarmee betwist je de listen?
Met medicijnen bestrijd je de ziekte
maar waarmee bestrijd je de medicijnen?
Met wijsheid breidel je dwaasheid
maar waarmee breidel je wijsheid?
Met kennis verminder je onwetendheid
maar waarmee verminder je kennis?
Met je geest bedwing je je lichaam
maar waarmee bedwing je je geest?
Met je hart tem je je hoofd
maar waarmee tem je je hart?
Met leegte begrens je de vorm
maar waarmee begrens je de leegte?
Met boeddhisme relativeer je het lijden
maar waarmee relativeer je het boeddhisme?
Met non-dualisme overwin je het dualisme
maar waarmee overwin je het non-dualisme?
Met de weetnietgeest bezweer je de hokjesgeest
maar waarmee bezweer je de weetnietgeest?
Met het zelf dood je het ego
maar waarmee dood je het zelf?
Met het absolute overstijg je het relatieve,
maar waarmee overstijg je het absolute?
Met woorden verbreek je de stilte,
maar waarmee verbreek je de woorden?
Geïnspireerd door hoofdstuk 57 van de Daodejing
Lees ook: Transcendentie is een val