Het hakenkruis -swastika- staat in de westerse wereld symbool voor het kwaad tijdens de periode dat Adolf Hitler aan de macht was en het leed dat de nazi’s aanrichtten. Toen de Japanse boeddhistische monnik Kenjitsu Nakagaki in 1986 in een tempel in Seattle, VS, Boeddha’s verjaardag eerde met een bloemceremonie kreeg hij harde kritiek te verduren op de compositie van de bloemen die hij in de vorm van een hakenkruis tegen de klok in rangschikte.
De monnik (toen 25) , geboren in Osaka, Japan, was niet op de hoogte van het feit dat neonazi’s en blanke supremacisten de nazi swastika -met naar rechts gerichte haken- blijven gebruiken om haat te bevorderen. Hij kende het symbool als ‘manji’, een Chinees personage dat ‘geluk’ betekent in de Japanse taal. Vanwege de ontstane consternatie besloot hij het symbool niet meer te gebruiken hoewel het sinds de introductie van het boeddhisme in Japan ongeveer 1500 jaar geleden deel uit maakte van de Japanse cultuur en nog steeds wordt gebruikt.
Echter, tijdens een interreligieuze workshop in 2009, waar een expert op het gebied van haatdelicten het hakenkruis ‘een universeel symbool van haat en kwaad’ noemde, nam de monnik de beslissing om de oorspronkelijke betekenis van het embleem te behouden. ‘Dit smalle en beperkte perspectief is onaanvaardbaar voor degenen onder ons die waarde hechten aan en opgegroeid zijn met het hakenkruis in onze religies en cultuur,’ zegt Kenjitsu Nakagaki (57), thans een vooraanstaande boeddhistische priester in New York City. Hij schreef het boek ‘The Buddhist Swastika and Hitler’s Cross’, met als doel de westerse wereld te informeren over de oostelijke wortels van het symbool. Het boek gaat in detail in op de Sanskriet oorsprong van het hakenkruis en het gebruik ervan in het hindoeïsme, boeddhisme, jainisme, jodendom, christendom en islam, daterend van vóór de nazipropaganda van Hitler door de eeuwen heen.
Het hakenkruis komt in vele vormen en afbeeldingen voor. Afhankelijk van de respectievelijke religie en cultuur, bestaat de standaard versie van het boeddhisme met linksdraaiende armen, terwijl Hitler koos voor een swastika met rechtse haken.
In een interreligieuze discussie prees Rabbi Alan Brill, voorzitter van de Joodse Christelijke Studies aan de Seton Hall University in New Jersey Nakagaki voor het aangeven van de verschillen tussen de twee symbolen, maar benadrukte dat mensen in het Westen ‘het verschil niet kunnen duiden’ omdat die kennis niet hebben. De swastika is overigens niet exclusief voor de oostelijke landen en zelfs te vinden is in de oude Ein Gedi synagoge in Israël, Grieks-Romeinse architectuur en in het metrostation New York City, met ontwerpen uit de jaren 1920.
zeshin zegt
Het lijkt mij een prima initiatief om de swastika zijn originele positieve betekenis weer terug te geven, waarbij we absoluut de trauma’s die de nazie’s hebben veroorzaakt niet uit het oog mogen verliezen. Door het zijn werkelijke betekenis weer terug te geven ontneem je niet alleen neonazi’s hun logo maar kan het een voortgang in het proces zijn, in het achter ons laten van de gruweldaden van de tweede wereld oorlog. Het is ook zo dat Hitler het hakenkruis op zijn punt geplaatst afbeeldde, terwijl Hindoelisten en boeddhisten het altijd horizontaal plaatsen. Het is misschien een stap te ver om boeddhisten te betrekken bij de dodenherdenking, maar met goede wil en voorlichting lijkt mij de tijd rijp om ons gestolen symbool weer op te eisen. Per slot had Hitler niets van zich zelf zijn propagandamachine bestond alleen uit geroofde symbolen. En zo als geroofde kunst, goud en juwelen door rechtmatige eigenaars weer opgeëist is, zo hebben wij recht(zonder het schaamrood op onze kaken) op het swastika. Ik denk dat we niet mogen vergeten, maar zeker niet in een slachtofferrol moeten blijven hangen. Hulpverlening in navolging van Bernie Glassman en Thich Nhat Hanh aan getraumatiseerde van welke aard dan ook is denk ik de ook de taak van een boeddhist. Wij hoeven ons niet te schamen voor de misdaden van anderen, maar helpen oplossen is denk ik wel onze taak. De deur van onze tempel staat open voor iedereen die honger heeft naar de Dharma (de oplossing voor zijn of haar problemen). Dit ongeacht ras, sekse, geloof, geaardheid, status, (zowel financieel als maatschappelijk). Dat wil niet zeggen dat we slachtoffers bevestigen, ik ben er wel van overtuigd dat de beoefening van het boeddhisme kan bijdragen in het verwerken van trauma’s, ook van een heel volk.