Een groot aantal in Europa wonende Oeigoeren en Tibetanen heeft gisteren in Genève gedemonstreerd tegen het mensenrechtenbeleid van China. Ze schreeuwden slogans en noemden China een terroristische natie. De demonstranten liepen van het Meer van Genève naar Broken Chair en eisten van de Verenigde Naties dat zij zou ingrijpen om de minderheden in China te beschermen.
De demonstratie werd gehouden op de dag dat de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (UNHRC) in zijn Universal Periodic Review (UPR) de mensenrechtensituatie in China herzag. Het richt zich op de behandeling van etnische minderheden in China, de detentie van activisten en de onderdrukking van de burgerlijke en religieuze vrijheid in dat land.
Aan de vooravond van de UPR over China zei de Human Rights Watch (HRW) in een verklaring: ‘De lidstaten van de Verenigde Naties zouden er bij China op moeten aandringen een eind te maken aan massale opsluiting van tegenstanders van het regime en andere ernstige schendingen van mensenrechten.’
Tashi Tsering, voorzitter van het Human Rights Network for Tibet and Taiwan zei tijdens de demonstratie: ‘In Tibet is de mensenrechtensituatie zeer kritiek geworden. Meer dan 150 Tibetanen hebben zichzelf in brand gestoken, vragend om vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting in Tibet. Duizenden monniken zijn verdreven uit kloosters vanwege het beleid van de Chinese regering. Tibetanen worden zelfs in eigen land zwaar in de gaten gehouden. Er is geen vrijheid van verkeer. Er is geen vrijheid om samen te komen. De situatie is dus zeer, zeer kritiek. Daarom zijn we hier vandaag om het bewustzijn te vergroten en onze broeders en zusters in Tibet een stem te geven.’