Vorige week maakte een boeddhistische organisatie bekend op proef met het dana model te gaan werken. Je geeft wat je een meditatie of retraite waard vindt. Helemaal vrijblijvend is die dana niet, de organisatie heeft vaste kosten en lasten die doorberekend zouden moeten worden aan de deelnemer. Ik meen 65 euro per dag per deelnemer en dan ook nog de dana voor de leraar. Ik vraag me af: hoe gaan organisaties die op het dana model draaien om met mensen die wel aan zo’n retraite deel willen nemen, maar nog geen tientje per dag te besteden hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Staat er een bordje in de tuin bij het centrum met de tekst: Verboden voor armoedzaaiers? En kijken de rijken binnen, die wel het geld hebben om honderden euro’s uit te geven aan een retraite, lijdzaam toe hoe de armlastige beoefenaar weer terugkeert?
Ik mediteer regelmatig met een vriend en we hadden behoefte om elkaar tegemoet te rijden. We informeerden bij een centraal gelegen boeddhistisch getint centrum en konden er een maal per week voor 45 minuten terecht voor duizend euro per jaar per persoon. Thee was gratis, zei het centrum. Dat mag ook wel voor tweeduizend euro per jaar.
Ik juich het toe als boeddhistische sangha’s overschakelen op het model van dana en dat deelnemers geven wat ze kunnen missen. Dat de een wat meer betaalt voor de ander. Zodat er geen klasse retraite gaat ontstaan. Als dat al niet bestaat. Maar ik ben benieuwd of dat dana model voor de eerder genoemde organisatie stand houdt. Over twee jaar zullen we het weten.
Moedig voorwaarts!