Geïnspireerd door hoofdstuk 4 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Tja is leeg, bodemloos leeg. Wat je er ook in stopt, je vindt het nooit meer terug.
Het maakt bot wat scherp is, het woelt los wat vastzit. Het versterkt wat zwak is, het dimt wat verblindt.
Het vermindert de verschillen zonder eenheid te scheppen. Het verheldert het troebele zonder duidelijkheid te geven.
Tja is geen wijze, maar een wijze van spreken. Het komt nergens uit voort en mondt nergens in uit, behalve de mond.