Een stroom van tranen en verdriet bedekt de daken van de huizen, golft uit deuren en vensters. Het verdriet is zo intens dat de huizen niet anders kunnen dan zwijgen. Al de geluiden verstommen, zwijgen neemt de plaats in, er is geen ruimte voor woorden en uitleg.
De huizen staan naast elkaar op een weg die een dijk is. Zes stuks en na een steegje nog twee- in een kleinere uitvoering. Het is de zomer van 1981, de kinderen van de bewoners van die huizen in mijn tuin zonder hek met een sluis van struiken en een schommel en een zandbak en een boom om in te klimmen. Wat was die zomer mooi in mijn herinnering. De kleine kinderen van rond de vier jaar, kwaadloos, onschuldig. Spelend, reikend naar de zon de toekomst. De ouders maatschappelijk aan het begin. Jonge mensen, onorthodox, blij reikend naar de zon de toekomst.
Mary, een kind in die tuin en reikend naar de zon stierf zeventien jaar geleden. Isabelle, een kind in die tuin van 1981 en reikend naar de zon, stierf vorige week.
De huizen aan de dijkweg kunnen niet stoppen met wenen.
Moedig voorwaarts!