Kunnen boeddhistische zienswijzen dan een helpende hand bieden? Is het besef van leegte (in filosofische zin) te combineren met levensvreugde? Zou dit de jachtige, in zekere zin verweesde, westerse ziel een zinvol perspectief kunnen bieden: de handreiking van een vrolijk en maatschappelijk actief boeddhisme dat levenslust hand in hand laat gaan met contemplatie en meditatie?