Met grote regelmaat kunnen we aan de Boeddha toegeschreven uitspraken lezen die een grote trefzekerheid lijken te hebben door hun (moderne) kortheid. Maar waarvan ons ook de onzekerheid bekruipt – of zou moeten bekruipen – of dit wel echt door ‘de Boeddha’ is gezegd.
toegeschreven
‘De Boeddha zei.’ Ik vraag me steeds af: Is dat wel zo.
Joop Romeijn laat zijn licht schijnen over nepcitaten, dus wat de Boeddha niet zei.