Sommigen zien maar drie bestaanskenmerken.
Poort 32
Poortloze Poort 32.9 – Kringloopmeditatie
Wat als je de vorm doorziet?
Poortloze Poort 32.8 – Doorzien
De monnik keek hem met open mond aan. ‘Ziedaar de weg’, zei de Boeddha.
Poortloze Poort 32.7 – De onvoorwaardelijke wijs
Spreken en zwijgen over de weg.
Poortloze Poort 32.6 – Honds
‘De brokjes zijn op’, zei Boeddha.
Poortloze Poort 32.5 – Rollenspel
‘U had moeten glimlachen, net als Mahakashyapa.’ ‘Ik kan wel huilen.’
Poortloze Poort 32.4 – Tijdreizigers
Een monnik vroeg: ‘Bent u een boeddhist?’ Boeddha antwoordde: ‘Dat hebben anderen verzonnen, boeddhisme is van na mijn tijd.’
Poortloze Poort 32.3 – Loos om loos
Zitten kun je overal.
Poortloze Poort 32.2 – Een gat in de dag
Vallen wij niet geheel en al samen met iedere manifestatie van het zelf?
Poortloze Poort 32.1 – Over het paard getild
‘Uitslover’, zei Boeddha.
Poortloze Poort 32 – Raspaarden
Rennen bij de schaduw van een zweep.