Waar hij ook heen gaat, hij was er al. Waar hij ook is, hij is er niet.
non-dualiteit
Meester Tja 53 – Ik verloor mijn hemel en mijn hel
maar ik ben nimmer zonder Tja
Meester Tja 52 – Zo word je ’s werelds schilder
Doorzie het witte en het zwarte, dan word je ’s werelds schilder. De tienduizend tinten zul je welkom heten als je eigen palet.
Meester Tja 51 – Niet-gaan behoeft geen voertuig
Wie niet-doet hoeft nergens heen en heeft geen voertuig nodig.
Meester Tja 42 – Verlicht noch verduisterd
Vraagt u mij wie ik ben, dan zeg ik meester noch gezel, wijs noch dwaas, verlicht noch verduisterd.
Meester Tja 39 – Waarom de wijze niet van ophouden weet
Ook wie Tja heeft is mateloos. Hij weet niet van ophouden omdat hij nergens aan begint. Hij weet niet van beginnen, omdat hij overal klaar mee is.
Meester Tja 29 – Als het Tja van huis is dansen de denkers op tafel
Wanneer het Grote Tja uit beeld raakt, krijgen we samsara en nirwana.
Meester Tja 20 – De leidraad van Tja
Nooit geeft ze nee ofte ja.
Meester Tja 6 – De wijze is zonder natuur
Wat zich in de natuur afspeelt, lijkt nergens op. Het is goed noch slecht, juist noch onjuist, zinvol noch zinloos. Daarin komt het de wijze nabij.
Meester Tja 5 – Tja is geen wijze, maar een wijze van spreken
Het komt nergens uit voort en mondt nergens in uit, behalve de mond.
Meester Tja 2 – In den blinde kom je thuis
Waar niets te onderscheiden is, valt niets te verenigen. Daar is geen veelheid en geen eenheid. Er is geen Tao en geen Tja. Er is geen zoeken, geen vinden en geen kwijtraken.
De wijsheid van het hart is een dwaasheid van het hoofd
Waar zit jij in vast?
Thuiskomen in den vreemde
Wat is zen? Leven in de paradox; 22 koans zonder catch.
Poortloze Poort 29.10 – Halfstok
De vrijplaats tussen dit en dat.
De Poortloze Poort 26.6 – De blinden lamslaan
Is er in de boeddhanatuur ook maar iets dat niet goed genoemd kan worden?
De Poortloze Poort 26.5 – De lamme blindslaan
Dit noem ik nou meesterwerk
Polderspiritualiteit
Geen bergen, geen rivieren
Zalig is mijn heden
Zonder zaligheden
Geen Perzen en geen Meden
Zalig zijn de naaktlopers, zij hebben niets om het lijf.
Belijdenis van een onnozelaar
Zalig zijn alle mensen
Want zij weten niet beter
De lege moraal
Dus pas maar op, beste mensen. Met die armen van geest weet je het maar nooit.
Groot Ongeloof
Dan kan je eindelijk lachen om je innerlijke stem, je innerlijke wijsheid, je innerlijke goeroe, je innerlijke ouwehoeroe, als om een jonge hond, een dronken lorre of een borrelende buik.
Middenspel
Vraag maar aan de arme van geest.
Vraag het, toe dan, hij bijt niet, buiten etenstijd.
En zie, hij haalt zijn schouders voor je op.
Als kinderen
En Jezus riep een kind bij zich en zette dat in hun midden. En Hij zei: Wie niet wordt als een kind zal het Koninkrijk der hemelen niet binnengaan. Maar wie zich zo klein maakt als dit kind zal de grootste zijn in het Koninkrijk der hemelen.