Hans van Dam is zestig geworden en zes gebleven en maakt de balans op in zestig plus zes woorden.
Grote Dwaas
Ryokan – Grote Dwaas
Ryokan was een boeddhistische zen monnik, maar hij verliet het klooster en leefde een groot deel van zijn leven als kluizenaar. Hij bedelde om eten en woonde in een kleine hut.
Goede voornemens: alle dagen Jukai
Ik beloof gelukkig te zijn en toegewijd, met compassie voor alle wezens.
Dharma als kinderspel
De Eend van Peking kwam ter tafel. Grote Dwaas begon zich af te vragen hoe deze offerande zich verhield tot de voorschriften die hij zojuist op zich had genomen. Was dit de eerste transgressie? Hoevele zouden er nog gaan volgen?