De wijze weet niet, dus hij weet niet beter. Daarom lijkt hij net een wijze. Zelf weet hij wel beter.
de mind
Preek 36 – Niet vasthouden aan gedachten!
Je trekt de woorden uit mijn mond, maar je kunt er niks mee beginnen. Misschien kun je er iets mee eindigen?
Meester Tja 166 – Er is geen goed, behalve in je geest
En ook de leegte is er nooit geweest.
Meester Tja 160 – Halve glazen voor halve dwazen
Geluk begint en eindigt met ongeluk. En ongeluk begint en eindigt met geluk.
Preek 26 – Zoek de Boeddha en je blijft geboeid!
Zoek de Boeddha en je blijft geboeid. Zoek de patriarchen en je blijft gebonden.
Meester Tja 149 – Al smaken ze zoet, ze dorsten naar bloed
De weetniet gebruikt de macht van de woorden om hun macht over hem te breken.
Meester Tja 148 – De geest geflest
Niet de geest, niet jij, niet ik.
Meester Tja 147 – Geest zonder grenzen
Alleen in een geest zonder grenzen zijn alle mensen mensen.
Meester Tja 126 – Zachtjes zweven
De dwaas ontwart zijn verwikkeling tot alles hem helder is. Hij heeft een hokjesgeest.
Meester Tja 107 – Midden tussen nee en ja
Ooit wist ik van niets. Dat was het kleine tja. Ineens wist ik van alles. Dat was het einde van het kleine tja. Nu weet ik weer niets. Dat is het Grote Tja.
Meester Tja 105 – Een lege geest is geestig
Alle schepsels vereren voedsel. Wie verheerlijkt de honger?
Meester Tja 98 – Kennen door niet-kennen
Om de wereld te kennen moet je jezelf kennen. Om jezelf te kennen moet je je lichaam kennen. Om je lichaam te kennen moet je je geest kennen.