De onwetendheid waarop de Boeddha doelt, ontstaat als je je laat meeslepen door primaire, door het ego-gestuurde impulsen. Allemaal angst. Primair: Angst voor tekort, onveiligheid, ziekte en dood. Op een subtieler niveau: angst om gekwetst te worden, angst om de schuld te krijgen, angst om ongelijk te krijgen, angst niet serieus te worden genomen, angst dat je iets verkeerd hebt gedaan. Dat is de onwetendheid waar we het liefst vanaf willen en die we ook kunnen doorzien.