Kunt u zich voorstellen hoe het is om dood te zijn?
Ik doel nu niet zozeer op die kant en klare voorstellingen—voorgesneden, gedroogd en in zakjes verpakt—die we via deze of gene cultuur hebben meekregen: al die mozaïekjes van hoop en vrees, inzicht en verbeelding, en zo meer, die we als een soort van hebbedingetjes verwachtingsvol in ons kleine koffertje voor het lange reisje gestopt hebben (want … je weet maar nooit …).
Nee, de vraag is directer, is ‘dood-zijn’ iets dat ervaarbaar is, en, ‘Hoe is dat dan’? Het punt is dus niet, welke voorstellingen heeft u hier al over, maar hoe zou u zich dit nu, vers van het mes zogezeid, als een ervaringsfeit voorstellen.
‘Mijn beste! Nu begint het bij je te dagen dat je sterft! Je gaat deze wereld verlaten’
Ook al weten wij doorgaans niet het precieze uur van onze dood, het onvermijdelijke afscheid van deze wereld en alles wat ons daarin lief en vertrouwd is, vormt ironisch genoeg een van de schaarse zekerheden van ons bestaan. Maar laat die dood nu ook iets zijn waar we ons nooit echt goed met zekerheid een voorstelling van kunnen maken.