Als je elke weg weet te vermijden gaat er een wereld voor je open.
41. Waan na waan – een lekke kraan
Niet blijven staan en niet blijven gaan.
Koan 30 – Hoe groet je een meester?
‘Zeker familie van de meester,’ mopperden de monniken.
Koan 29 – Wat zoek je?
Tot hier en niet verder.
Draaien als een derwisj, 10
…
40. De praktijk van niet praktiseren
Naar de plaats waar geen schijnheiligheid of heiligheid bestaat.
39. Verdergaan zonder dichterbij te komen
De vraag is niet waarheen: de vraag is waarvandaan.
38. Dat nooit meer!
Was ik maar vast uitgedoofd, zei de vulkaan, en spuugde lava naar de maan.
37. Derwisj in duigen
Rozen verwelken, schepen vergaan maar geen idee blijft altijd bestaan.
Koan 28 – Schreeuwen of slaan?
Wie zit hier vast, de meester of de leerling?
Koan 27 – Wat is een witte stier op een kale vlakte?
Kalfsleer voor koeienkoppen.
36 – Genade voor ijdele opscheppers
“Ik hou van de pauw om zijn staart. Ik hou van de bok om zijn baard. Ik hou van de held om zijn zwaard.”
35 – Innerlijke zoetheid en niets om op te jagen
Eerst maak je je los van de borst. Dan maak je je los van de natuur. Dan maak je je los van je religie. Daarna maak je je los van het losmaken. Ten slotte maak je je daar ook nog van los.
Draaien als een derwisj, 9
…
34 – Tegen de verrukking in
Extase is uit je gedachten treden.
33 – Extase komt en gaat
De Waarheid gedijt bij bewondering. Niet-weten gedijt bij verwondering.
Koan 26 – Lezen monniken soetra’s?
Goudstof is mooi maar in je ogen geeft het staar.
Koan 25 – Waarom dertig stokslagen?
Tand om tand.
32. Dronken als een derwisj
Of je tegen een muur op rent.
31. Een bedrieger die de waarheid zegt
Hoe je vrienden maakt en breekt.
Draaien als een derwisj, 8
…
30. Wie niet weet die niet wint
Grootmoedigheid voor kleinzieligen.
29. Denk aan mij als iemand aan wie je niet hoeft te denken
Hoe wil jij dat mensen aan je denken?
Koan 24 – Maakt het wat uit?
Broeder Lepu riep: ‘Hetzelfde, anders, waar denkt u wel dat u bent!’