Dat is nu mijn sneeuw!
Als ik dat denk, weegt hij licht,
die laag op mijn hoed.
Kikaku (1661-1707)
Kikaku beschouwt de laag sneeuw op zijn hoed als zijn sneeuw. Dat gebeurt als iemand iets vindt en het meeneemt naar huis. Als het tenminste niet als gevonden voorwerp moet worden ingeleverd.
Bijvoorbeeld iets uit de natuur. Een mooie tak, een schelp of een steen. Het gevonden voorwerp wordt dan gevoelsmatig ook meer waard. Een steen is maar een steen. Maar mijn eigen steen is een mooie steen. Ik poets hem op zodat hij glanst en leg hem op een tafeltje. De gewone steen is dan een siervoorwerp geworden, waar ik met plezier naar kijk.
Het is niet alleen een voorwerp dat mooier wordt als het mijn eigendom is. Een last, een moeilijk werk, wordt ook lichter als het voor mezelf is.
Als ik hout wil kloven bijvoorbeeld, voor de houtkachel. Dat is een hypothetisch voorbeeld. Ik heb nog nooit hout gekloofd en heb ook geen houtkachel.
Maar stel dat.
Buiten staat een kar vol houtblokken die gekloofd moeten worden. Een mega-klus waar ik erg tegenop zou zien. Dan denk ik aan de winter. Koud, nat, sneeuw en een gierende wind. In de schuur ligt een voorraad hout waarmee ik een mooi vuur kan stoken in de houtkachel. Vrolijke vlammen en een heerlijke geur in de kamer. Daar zou ik me op kunnen verheugen.
Dan blijken de te kloven houtblokken opeens niet meer zo’n vervelende klus. Het zijn mijn houtblokken geworden. Ik weet waar ik het voor doe.
Iets dergelijks gebeurt in deze haiku van Kikaku, vertaald door J. van Tooren. Kikaku loopt met een vracht sneeuw op zijn hoed door de kou. Het is inmiddels zijn sneeuw en hij weet dat hij het af kan schudden zodra hij in zijn warme huis aankomt. Dus het is niet meer zo erg.
Wat dat betreft is er in die driehonderdvijftig jaar dus niet zo heel veel veranderd. Gedachten en gevoelens zijn hetzelfde gebleven.


Wouter ter Braake zegt
Prachtige haiku en prachtige beschouwing. Dank je wel.