in alle rust
gaat de aarde richting winter –
de ogen half-geopend
Iida Dakotsu (1885-1962)
Dakotsu’s echte naam was Takeji Iida. Hij was een haiku-dichter die studeerde bij Takahama Kyoshi, redacteur van het tijdschrift Hototogisu. Hij bewoog zich in kringen van haiku-dichters en leverde regelmatig bijdragen aan haiku-tijdschriften.
Het is een beetje vroeg voor een winterse haiku, we zitten nog in het onstuimige herfst-seizoen. Maar het is juist de kalmte en de rust van de winter die mij in deze haiku aanspreken.
Waar de herfst het seizoen is van opruimen, vallende bladeren en afgebroken takken, is de winter het seizoen van rust. Van slapen en krachten verzamelen voor de komende lente.
“De ogen half-geopend” geeft een toestand aan van half-slaap, van half-bewustzijn. Alsof de aarde langzaam haar ogen sluit en zo de winter ingaat. Dieren doen dat als ze een winterslaap houden. De natuur is in rust gedurende de winter. En dus ook de aarde, volgens Dakotsu in deze haiku.
Toch zie ik een tegenstrijdigheid. Dakotsu schrijft over half-geopende ogen. Terwijl in het Nederlands de gangbare uitdrukking is: “half-geloken (gesloten) ogen”. Dat heeft hij bewust gedaan, in een haiku staat niets toevallig.
Maar waarom?
Ik weet het niet. Misschien is de Japanse uitdrukking “half-geopende ogen” en is het normaal Japans taalgebruik, dat in de vertaling is overgenomen.
Toch wil ik graag denken dat Dakotsu bedoelt dat de aarde dan wel in rust gaat wanneer de winter aanbreekt, maar toch waakzaam blijft. Ze durft haar ogen niet helemaal te sluiten en de gang van zaken over te laten aan de mensen. De aarde houdt een oogje in het zeil.
Dat maakt deze haiku geruststellend en bemoedigend. Het komt wel goed.
Geef een reactie