Supermarkten doen te weinig om het aanbod van kip met een keurmerk te verhogen. Dat stelt Wakker Dier naar aanleiding van een steekproef bij de twaalf grootste supermarktketens. Daaruit blijkt dat twee derde van de producten in het kipschap zonder keurmerk is. “De supermarkten bepalen met de inrichting van de schappen welke producten het meest verkocht worden. Dat zijn nu dus producten van kippen die het minste welzijn hadden.”
Uit de steekproef van Wakker Dier blijkt dat 29 procent van de producten in het kipschap een keurmerk heeft. Dit is een stijging van 7 procent ten opzichte van vorig jaar. In 2016 was de stijging nog 25 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. “Die 7 procent valt daarom erg tegen. Als supermarkten meer keurmerkkip in de schappen leggen, krijgen meer kippen een beter leven”, zegt Anne Hilhorst van Wakker Dier.
Plofkip
De plofkip, die twee kilo groeit in zes weken, is bij de meeste supermarkten uit het kipschap aan het verdwijnen. Zes procent van de producten in het kipschap kwam nog van plofkippen. De zogenaamde ‘tussenkip’ vult met 65 procent het grootste deel van het kipschap. Deze kippen groeien minder snel dan plofkippen, maar leven in omstandigheden die niet voldoen aan de criteria van het Beter Leven keurmerk.
Aldi en Hoogvliet
Aldi en Hoogvliet zijn de enige supermarkten die juist meer plofkip in het schap hebben dan vorig jaar. Het aandeel plofkip ging bij Aldi van 12 naar 25 procent en bij Hoogvliet van 11 naar 18 procent. Aldi was bovendien de enige supermarkt waarbij het aandeel keurmerkkip sterk afnam; van 29 procent in 2016 naar 19 procent dit jaar.
Steekproef
Wakker Dier deed de steekproef in juli en augustus in de twaalf grootste Nederlandse supermarkten: Albert Heijn, Aldi, Coop, Deen, Dekamarkt, Dirk, Emté, Hoogvliet, Jumbo, Lidl, Plus en Vomar. Per keten werd in drie filialen alle varianten kipproducten in het kipschap geteld, waarbij per product werd gekeken of het een dierenwelzijnskeurmerk had. Vleeswaren en conserven zijn niet meegenomen in het onderzoek.