Half september wordt in De 1800 Roeden, de oudste broedplaats van Amsterdam, het Amsterdams Luchthuis, thee- en meditatiepaviljoen geopend. Het is ontwikkeld door zenboeddhist Mark Schalken, bekend van de De Ruimte ontwerpers en gebouwd van drie lokale moeras cipressen. In dialoog met het grillige hout groeide in twee jaar tijd een flexibel en intiem gebouw voor inkeer en voor vriendschap – een ontmoetingsplaats van hemel en aarde.
De makers, onder wie meubelmaker Rien de Vos, metaalbewerker Gien Benne, mallenmaker Lotte Nijhof en beeldhouwer Arnold Tebra zijn sinds deze zomer, na een lange voorbereidingstijd, intensief bezig met het bouwen vanuit de drie gezaagde lokale moerascipressen van Stadshout Amsterdam. In dialoog met het grillige hout wordt het ontwerp fijngeslepen. Zo ontstaat het gedroomde, intieme gebouw voor inkeer en voor vriendschap – volgens de bedenker een ontmoetingsplaats van hemel en aarde.
Sinds 2015 werkt Mark gestaag aan de realisatie van het luchthuis: een architectonische ruimte voor intensivering van de zintuigen. Een mobiele plek, om je in terug te trekken en om anderen welkom te heten. Een podium voor uitkijk en inkeer.
Lokaal, zelfvoorzienend en duurzaam
Het is augustus 2015 als de vonk overspringt. Mark schalken fietst langs het terrein van Ecodorp Bergen aan Zee, een voormalig militair vliegveld. Toeval: daar vindt het vierde International Festival of Arts and Construction plaats. Een week lang zijn ruim tweehonderd jonge architecten en ontwerpers energiek aan de slag met het thema ‘lokaal, zelfvoorzienend en duurzaam’. Schalken sluit zich voor enkele dagen bij de workshops aan en een vonk springt over. Wat is er mooier dan samen met anderen je eigen leefomgeving creëren?
In de periode najaar 2015 en voorjaar 2016 vindt de beeldresearch plaats. De visuele bronnen van het Luchthuis. Het idee van een tuin- of theehuis leidt tot een selectieve reis door de architectuurgeschiedenis. Bronnen vindt Mark in oosterse tradities zoals de Japanse theehuiscultuur, het modernisme van De Stijl en een handvol hedendaagse architecten-ontwerpers. Maar ook de houten verplaatsbare schaftketen uit de tijd dat de Noordoostpolder werd ontgonnen.
De naam en het programma krijgen in het voorjaar van 2016 vorm.
Tot nu toe noemde Schalken het bouwwerk ‘theehuis’ of ‘tuinhuis’. Bij toeval leest hij in het boek Compassie voor beginners (‘A Fearless Heart’) van Thupten Jinpa over de Hava Khana: “In Shimla, in Noord India waar ik opgroeide, stond hier en daar op uitkijkplaatsen langs de weg een overdekte schuilhut genaamd hava khana (wat letterlijk ‘huis van lucht’ betekent)”.
Dit omschrijft wat Mark beoogt: een klein houten bouwwerk om tot jezelf te komen en de buitenwereld in ogenschouw te nemen (a wooden room to retreat and meditate or to invite one or two friends. Most of all it is about creating the fysical conditions for mental space).
Het spectaculaire uitzicht op de Tibetaanse bergen ontbreekt in Nederland, maar hij is ervan overtuigd dat de symbolische en praktische werking een paradoxaal geheel kunnen vormen. In de woorden van architect Terunobu Fujimori beogen Japanse theehuizen: ‘A sense of being in the mountains while being in the city’.
In Zaandam blijkt overigens een Nederlandse pendant te staan: een Zaans luchthuis. Een Amsterdams Luchthuis, dat is dus wat het gaat worden. Een plek die lucht geeft. Dat is de pretentie die Mark Schalken architectonisch wil realiseren.
Keuzes maken
In de zomer van 2016 bediscussieert Mark zijn vormideeën met diverse mensen, zoals de architecten Mikel van Gelderen en Jan van Muiden. Mark: Ik besefte dat ik met mijn eerste luchthuis te veel wil, een mediatiehuis, expositiehuis, uitbreidbaar huis, etc. Het is tijd om keuzes te maken in vorm en functie.
Het ontwerp wordt eenvoudiger en de vormen krachtiger. Ontwerpen met de zwaartekracht en de elementen is nieuw voor mij, als grafisch ontwerper, maar juist in het spelen daarmee schuilen de interessantste oplossingen. Daarnaast vraagt het beoogde materiaal – hout – dat ik er fysiek mee aan de slag ga.’
Ook in de zomer van 2016 maakt Mark contact met meubelmaker Rien de Vos, die lokaal hout suggereert als materiaal. De Vos is een meubelmaker met gevoel en ervaring. Al snel suggereert hij om het luchthuis te maken met Amsterdams stadshout. Op de zagerij in het Amstelpark worden gekapte Amsterdamse bomen op bijzondere wijze hergebruikt. Het vergt wel geduld. Allereerst moeten er geschikte bomen zijn voor het buitenproject. Na enkele maanden zijn er drie moerascipressen – een duurzame soort – om te verzagen. Gaan we de ruwe bast verwerken in het ontwerp? Denken vanuit de boom zet het bestaande ontwerp direct op losse schroeven.
In oktober 2016 worden de moerascipressen bij Stadshout Amsterdam door Rien en Mark gezaagd. Na enkele maanden drogen onder een afdak moet de vochtigheid van de planken onder de twintig procent zijn gedaald en kan er gebouwd worden.
In januari van dit jaar is de vochtigheidsgraad van de planken nog steeds boven de veertig procent. De Vos en Schalken besluiten een model te bouwen. Schaal 1 op 3 is geschikt om alle constructieve en esthetische kwesties hands-on te onderzoeken en blijft hanteerbaar in Rien’s werkplaats. Kunnen de ontwerpers en makers werken met houtconstructies en metaal zo veel mogelijk vermijden?
Grote uitdagingen
De wens om het huis demontabel te maken, stelt Rien voor grote uitdagingen. Alles moet stevig vastzitten maar ook weer los kunnen. Het maakproces leidt tot nieuwe vergezichten. Als de twee vloerhelften opgeklapt kunnen worden, geeft dat een prachtig theatraal beeld. En stel je voor: een huis dat geopend of gesloten wordt, niet via deuren maar via de vloer. Bovendien beschermt het opklappen de vloerdelen tegen regen. Maar hoe is dit praktisch te realiseren?
De feestelijke opening van het Amsterdams Luchthuis is op 16 september om vijf uur. De opening is onderdeel van de feestdag ‘Twintig jaar 1800 Roeden’. Vrij toegankelijk vanaf 3 uur tot ’s avonds laat: met eten en drinken, kunst, optredens & meer.
Joris van den Berghweg 101
1067 HP Amsterdam
Mark Schalken was in 2014 ook deelnemer aan het project Boeddha in de Linie. Mark: ‘Langs de rivier de Lek, nabij Culemborg, ligt het fort Werk aan het Spoel. In het vroege voorjaar van 2014 reisde ik af naar deze plek om twee weken te werken vanuit een bomvrije bunker. Kunstenaars Leen Kaldenberg, Airco Caravan en Raoul Deleo waren me voorgegaan. Alle vier laten we ons inspireren door het boeddhisme. Welke rol speelt dat boeddhisme in ieders kunstpraktijk? Wat is de invloed van zo’n ruige omgeving? Dat vroegen de organisatoren van het vriendelijke experiment Boeddha in de Linie zich af: Elisabeth ter Borg, Agnes Sommer en Joop Ha Hoek.
Mijn vertrekpunt was de locatie: de architectuur en de natuur, het dag- en nachtritme. Naast papier en tekenmateriaal, meegenomen uit Amsterdam, zocht ik een lokaal materiaal. Het werden wilgentenen: soepel en nukkig, krachtig en kwetsbaar. De eerste dag haalde ik grote bundels bij een naburige wilgenkwekerij. Zo ontstonden er uiteenlopende installaties die voor twee weken het fort herschiepen.’
Een expositie met al het gemaakte werk opende de maand erop in Kunstfort Asperen.