Nederland hoort tot de landen met de beste zorgverlening. Die wordt ook voortdurend vernieuwd in zowel medisch-technisch als organisatorisch opzicht. Is onze zorgverlening daarmee ook menselijker geworden?
De patiënt krijgt steeds minder tijd om over zijn zorgen te praten. De arbeidsvreugde bij de zorgverleners blijkt ook niet te zijn gestegen. Het aantal mensen met burn-out in deze groep is niet afgenomen. Zijn we werkelijk op de goede weg met onze zorg?
Deskundigheid en goed beleid is van groot belang, maar de belangrijkste therapeutische kracht in de zorg is wel de persoonlijke relatie tussen patiënt en zorgverlener. Een veel gehoorde klacht is dat de dokter vaak geen tijd heeft om te luisteren. Een vraag wordt door hem nogal eens beantwoord in onbegrijpelijk medisch jargon. Manueel onderzoek, dat eveneens relatiegevoelig en rustgevend is, wordt steeds meer vervangen door moderne apparatuur.
Het verplegend personeel heeft vaak geen tijd voor een patiënt die zijn hart wil uitstorten. In dit opzicht is het voor hem niet beter geworden. De schaalvergroting door fusies maakt de zorg misschien wel efficiënter, maar voor de patiënt niet altijd gemakkelijker.
Gelukkig groeit bij de zorgverleners ook het inzicht dat modernisering niet ten koste mag gaan van de tijd voor de patiënt. Het besef dringt door dat het uiteindelijk om de mens gaat. Studies in de psychosomatiek hebben dit bevestigd en het belang van het persoonlijk contact voor het genezingsproces aangetoond.
Menig arts kan getuigen dat iets meer tijd voor de zieke vaak veel effectiever werkt en uiteindelijk ook tijd en kosten kan besparen, omdat de patiënt niet telkens weer terugkomt. De arts is een heelmeester die de mens als mens heelt.
WAM van Loenen zegt
10 Minuten per patiënt bij de huisarts kan natuurlijk helemaal niet. Je kunt dan geen persoonlijk contact hebben met de arts. Dat snapt de arts zelf ook wel, spreekuren lopen steeds enorm uit, maar veel verder dan een kwartiertje kom je meestal niet. Je voelt de tijdsdruk in de spreekkamer en wil niet tot last zijn. Gauw een middeltje voorgeschreven krijgen i.p.v. een wat langer gesprek ligt voor de hand. Toch moeten we weer naar bevordering van zoveel mogelijk gezondheid van heel de mens i.p.v. orgaan-fysiologisch proces pillen. Gelukkig is er ook uit alternatieve/complementaire zorg te kiezen en vergoeden zorgverzekeringen hierin vaak een aanzienlijk deel, mits aanvullend verzekerd en de zorgverlener aangesloten is bij een verplichte landelijke beroepsvereniging. Bij deze zorgverleners spreek je meestal 3 kwartier of een uur af.
Paulien van Poppel zegt
Beste Goff, (tenminste als jij het geschreven hebt),
Ik wil wat toevoegen. De verandering gaat niet alleen over je hart kunnen uitstorten en vertrouwen bij de patiënt. Bij de voorbereiding van een heupoperaties werd ik overvallen met het bericht dat ik na 2 dagen naar huis kon (alleenstaand, geen potentiële hulpbronnen in de buurt). De steun van de nazorgconsulent bestond eruit, dat ze alle mogelijke familieverbanden opnoemde (neef, tante, broers en zussen etc) om met mij na te gaan of ik geen familie vergeten was. Daarnaast moest ik zelf mijn eigen case-manager zijn om zorg, hulpmiddelen etc te regelen, wat lastig is, omdat dit mijn eerste heupoperatie was. Met specialisten was het contact erg summier, zodat vragen niet aan bod komen en werkwijze onduidelijk bleef. Ook de specialisten maakten een uitgeputte indruk. Ik heb het ze behoorlijk lastig gemaakt, dus met mij waren ze, door deze werkwijze niet goedkoper uit. Dit wilde in toevoegen als voorbeeld. Ik weet wat me in de toekomst te wachten staat in de gezondheidszorg, anderen (nog) niet. Ik denk trouwens niet dat de gezondheidszorg verbeterd is. Vriendelijke groet, Paulien van Poppel