Neonicotinoïde bestrijdingsmiddelen zijn gevaarlijk voor veel meer diersoorten dan alleen voor de veelbesproken honingbijen. Dat is de conclusie van een nieuw wetenschappelijk rapport dat vandaag wordt gepubliceerd door Greenpeace. De analyse, die uitgevoerd werd door wetenschappers van de Universiteit van Sussex, beoordeelde honderden nieuwe wetenschappelijke studies die sinds het instellen van een gedeeltelijk Europees verbod op de stoffen clothianidine, imidacloprid en thiamethoxam werden gedaan.
De wetenschappers constateerden dat de middelen gevaarlijk zijn voor honingbijen, hommels, vlinders en waterinsecten en schadelijke gevolgen hebben voor natuurlijke voedselketens. Greenpeace vraagt de Europese Commissie om de neonicotinoiden compleet te verbieden en gifvrije ecologische landbouw te bevorderen.
Dave Goulson, professor in de biologie en vooraanstaand Europees hommelexpert, zegt: “Het bewijs dat de neonicotinoiden bijdragen aan afname van wilde bijen en de gezondheid van honingbijen ondermijnen is nog sterker dan toen de Europese deelverboden werden ingesteld. Het is zeer aannemelijk dat naast de schadelijke gevolgen voor bijen, ook de afname van vlinders, vogels en waterinsecten verband heeft met neonicotinoiden. Vanwege het bewijs voor deze wijd verspreide schade aan de natuur, is het verstandig om het verbod op de middelen uit te breiden.”
Herman van Bekkem, campagneleider Landbouw bij Greenpeace Nederland zegt: “Water en milieu in Nederland zijn erg vervuild met deze gevaarlijke stoffen, waarvan het steeds duidelijker wordt dat ze zorgen een ecologische ramp. Koplopers in de Nederlandse landbouw laten zien dat duurzame voedselproductie prima zonder het gebruik van deze giftige bestrijdingsmiddelen kan. Ook een aantal grote supermarktketens neemt hun verantwoordelijkheid in het terugdringen van middelen, het is nu aan staatssecretaris Van Dam van landbouw om samen met zijn Europese collega’s te zorgen voor een totaal verbod op het gebruik van neonicotinoiden.”
Het rapport bevestigt dat neonicotinoïden zorgen voor een groot gevaar voor veel verschillende diersoorten, zoals vlinders van het boerenland, kevers, waterinsecten en zelfs vogelsoorten zoals de spreeuw. De gifstoffen komen in het milieu doordat de ze uit de akkers spoelen, verwaaien uit zaai- en spuitmachines en met het afvalwater van tuinbouwkassen worden geloosd in het oppervlaktewater. Ook verspreiden wilde bloemen langs de akkers het gif in hun nectar en stuifmeel doordat deze planten het via de bodem opnemen.
Giftigheid
De EU beperkte het gebruik van clothianidine, imidacloprid en thiamethoxam in mei 2013, op basis van een beoordeling van Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). EFSA bevestigde destijds de giftigheid van deze bestrijdingsmiddelen voor honingbijen. Een deel van de beoordeling kon niet gemaakt worden, en daarom vroeg EFSA de fabrikanten van de middelen verdere informatie aan te leveren. Op basis van deze industriestudies, bevestigde EFSA in november 2016 dat alle (nog toegestane) gebruik van imidacloprid en clothianidine een groot risico is voor bijen, of dat een groot risico niet kan worden uitgesloten. Wat betreft thiamethoxam, is producent Syngenta er niet in geslaagd om verder studies voor een verlenging van de EU toelating in te dienen.