Zes Nederlandse vipassanaleraren die vorig jaar na publicaties over het seksueel wangedrag van de in 2008 overleden vipassanaleraar Mettavihari uit de zogenoemde lerarenraad in de traditie van Mahasi Sayadaw stapten, hebben een nieuw collectief opgericht: vipassana meditatie nu. Het nieuwe collectief geeft geen specifiek onderricht volgens de lijn van één leraar of stroming binnen de vipassana. De bindende factor in de groep van deze retraitebegeleiders zoals zij zich zelf noemen, is de beoefening en begeleiding van vipassana-meditatie, zoals in het theravada-boeddhisme onderwezen. Uitgangspunt daarbij zijn ethiek, meditatie en wijsheid. Ze noemen hun benoeming tot leraar door Mettavihari ongeldig.
De leden van het collectief erkennen dat er vele verschillende vormen van vipassana zijn; er is sprake van een divers landschap. Voor veel retraitebegeleiders is de Mahasi Sayadaw-traditie de basis van waaruit zij het onderricht zelf beoefenen en doorgeven, maar er zijn ook veel andere invalshoeken zichtbaar, zoals Sayadaw U Tejanya, de Thaise woudtraditie, U Ba Khin of Westerse vipassana-scholen als Tegen de stroom in, IMS, Spirit Rock of Gaya House.
Het collectief: ‘De bindende factor in de groep van retraitebegeleiders is de beoefening en begeleiding van vipassana-meditatie en de context van de drievoudige training van ethiek, meditatie en wijsheid waarin deze plaats kan vinden. Daarbij onderkennen we ook het belang van het beoefenen van concentratie-meditatie en de vier Brahmavihara’s, voor een vruchtbare verdieping van het proces van inzicht van hart en geest. Ook de studie van de boeddhistische leer en het beoefenen van de richtlijnen tot het mindful communiceren uit de Insight Dialogue zien we als belangrijke pijlers voor het ontwikkelen van vipassana-inzicht, compassie en de belichaming daarvan. Het ondersteunen van dit proces middels bewegingsoefeningen zoals mindfulnessyoga, chi-kung e.d. vinden we belangrijk.’
Benoeming ongeldig
De leraren/retraitebegeleiders in het nieuwe collectief zijn Ank Schravendeel, Dingeman Boot, Frits Koster, Johan Tinge, Joost van den Heuvel Rijnders en Marij Geurts. Ze zeggen afstand te hebben genomen van de benoeming (als leraar jh) door Mettavihari. ‘Met de kennis zoals we die nu hebben beseffen we dat Mettavihari eigenlijk afstand had moeten doen van zijn monnikspij en leraarschap. Wij hebben zeker veel van hem kunnen leren, maar vinden het op grote schaal geconstateerde ethische wangedrag onacceptabel. Daarom is een benoeming als leraar door hem ons inziens ongeldig. Wij vinden het door de ontstane situatie daarom passend dat degenen die door hem tot leraar benoemd zijn, duidelijk naar buiten communiceren waarom zij retraitebegeleider kunnen zijn en vanuit welke grond zij hun positie als retraitebegeleider innemen.’
Het collectief vindt dat de sangha is gediend bij helderheid. ‘Zo is het voor ons een uitgangspunt dat alle retraitebegeleiders kenbaar moeten kunnen maken wie hun belangrijkste leraren zijn geweest en duidelijkheid kunnen geven over de door hen onderwezen specifieke vipassana-benadering en -stroming en over de eigen ervaring in meditatie. Wij pleiten voor een vorm van zelfevaluatie en heroriëntatie en zoeken naar een geschikte vorm waarin dit kan plaatsvinden.’
Behoefte en vraag
Het collectief zegt een antwoord te bieden op de behoefte en vraag van veel vipassana-beoefenaars naar een duidelijker profilering van retraitebegeleiders. Het collectief heeft als uitgangspunt dat ‘wij allen deel uitmaken van een historische ontwikkeling waarbij de dhamma uit het Oosten nieuwe grond vindt in het Westen en beziet deze ontwikkeling met een grondhouding van openheid en niet-sektarisme.’
De leden van het collectief zeggen zich bewust te zijn van hun verantwoordelijkheid als retraitebegeleider. Voorop staat de veiligheid die ze bieden tijdens de activiteiten die ze begeleiden. Sila of ethisch gezond gedrag vormt daarbij de basis en dat betekent het zelf ter harte nemen en actief uitdragen van het belang van de vijf leef adviezen die het boeddhisme kent: Respect voor alles dat leeft, niet nemen wat niet gegeven is, onthouding van schadelijk seksueel gedrag, wijze spraak en geen alcohol en drugs gebruiken, in die mate dat de geest erdoor vertroebeld wordt en we onszelf of anderen schade kunnen berokkenen. De begeleiders zeggen deze leef adviezen te volgen tijdens retraites, in het dagelijkse leven en in de relatie leraar-leerling.
Seksbelust
In het voorjaar van 2015 publiceerde het Boeddhistisch Dagblad, korte tijd later gevolgd door de NOS, over de misdragingen van Mettavihari met studenten en een kind dat bij toeval in de tempel in Waalwijk terecht kwam. Een slachtoffer student vertelde in het BD hoe deze seks-en machtsbeluste boeddhistische monnik zijn macht als leraar misbruikte. De onthullingen waren voor veel sangha’s en de Boeddhistische Unie Nederland aanleiding vertrouwenspersonen te benoemen en ethische regels te formuleren.
Mettavihari werd in de berichtgeving met naam en toenaam genoemd. Zeven leraren in die zogenoemde lerarenraad, door Mettavihari benoemd, waren het daar niet mee eens. Dat leidde tot een scheuring in de raad. Acht van hen bleven aan: Aad Verboom, Jotika Hermsen, Henk van Voorst, Henk Barendregt, Paul Boersma, Adi Ichsan, Peter Baert en Marjo Oosterhoff, deze namen echter wel afstand van de misdragingen van Mettavihari.
De leden van het nieuwe collectief willen het onderricht in de dhamma faciliteren. Naast plaatselijke zitgroepen worden er retraites begeleid. ‘Het begeleiderschap vergt een grondige jarenlange meditatie-beoefening. Vipassana-nana is echter niet de enige pijler van het leraarschap. Ook theoretische kennis van de dhamma is belangrijk. Zeker net zo belangrijk zijn andere vaardigheden voor het leraarschap, zoals communicatieve vaardigheden, het bieden van veiligheid en het heilzaam omgaan met de rol van leraar, waarbij kundig omgaan met (spirituele) overdracht en tegenoverdracht essentieel is. Verder is het kundig omgaan met groepsdynamiek, kennis van lichamelijke ziektes en psychische klachten waar deelnemers mee kunnen komen en kennis van hedendaagse wetenschappelijke ontwikkelingen voor ons belangrijk.’ Het collectief zegt de ethische code zoals deze door de Stichting Inzicht Meditatie (Sim) is verwoord te onderschrijven.
Niet perfect
Retraitebegeleiders zijn niet perfect, zo stelt het collectief. Wanneer dit zich laat zien in onheilzaam gedrag dan vinden de leden het belangrijk dat er ruimte is voor een open gesprek tussen begeleiders onderling over mogelijke incidenten. ‘Als er incidenten zijn tussen leraar en leerling, dan volgen we de regels die in het ethische drieluik van de Sim zijn verwoord voor het afhandelen van zo’n situatie. We mogen als retraitebegeleider daarbij bescheiden zijn en beseffen dat er ook bij ons blinde vlekken kunnen zijn. We laten ons aanspreken door collega’s en andere ervaren beoefenaars van de dhamma. Er is een bereidheid om samen deze incidenten te onderzoeken en er lering uit te trekken. Intervisie en supervisie kunnen daarbij ondersteunend zijn.
Daarnaast hopen we samen te werken naar het realiseren van een landelijk meditatiecentrum waar verschillende vipassana-groepen zich thuis kunnen voelen. Ten slotte willen we een transparant en goed opgebouwde opleidingsvorm laten ontstaan voor nieuwe retraitebegeleiders.’
Sjoerd zegt
Wat mij buitengewoon verbaasd is de conclusie dat hun benoeming tot leraar door Mettavihari op gebakken lucht en misleiding berust, vervolgens positioneren zij zich als leraar en begeleider, niet alszodanig in een geldige transmissie benoemd in welke school of specifieke traditie dan ook.
Op grond waarvan claimen zij die positie?
Wat is het verschil met iedere andere doehetzelf ‘boeddhistische’ new age spirituele cursus aanbieder?
Wat is de rol van het gegeven dat bij een aantal van hen een aantrekkelijke financiële bron van inkomsten voortvloeit uit hun aanbieding van ‘vipassana retraites’?
Ik krijg meer en meer het gevoel dat het westers boeddhisme een bron van new age doehetzelf gebakken lucht, zelfverrijking en (seksueel) wangedrag begint te worden en dat het meer en meer losgezongen raakt van zijn wortels.
Zowel het artikel in Trouw van deze week, als dit verhaal van deze club ongeleide ‘boeddhistische ‘ projectielen, stemmen mij dieptreurig over wat ons nog te wachten staat.
Ujukarin zegt
Klinkt iets te kort door de bocht, Sjoerd. Zie hun eigen statement “Zo is het voor ons een uitgangspunt dat alle retraitebegeleiders kenbaar moeten kunnen maken wie hun belangrijkste leraren zijn geweest en duidelijkheid kunnen geven over de door hen onderwezen specifieke vipassana-benadering en -stroming en over de eigen ervaring in meditatie.”
Van onder andere Dingeman, Johan en Frits weet ik dat ze zeker 3-4 Aziatische leraren ‘met enige standing’ gehad hebben (dus buiten Mettavihari met zijn ook toen al wat discutabele standing :-) en dus zeker aan de eisen voor leraarschap voldoen. Of dat ook een formele transmissie/benoeming geweest is geen idee, dat zou je ze zelf moeten vragen. Dus het feit dat er op de site geen totaal doopceel per persoon met de transmissie staat zegt niet bepaald dat die er niet zou zijn…
With folded palms,