De Tibetaans boeddhistische non Rinzin Dolma heeft op twintig juli zelfmoord gepleegd omdat zij niet langer kon aanzien hoe Chinese autoriteiten een aanvang maakten met de sloop van onderkomens binnen het boeddhistisch opleidingscentrum Larung Gar in Serthar, Oost-Tibet. Dat melden bronnen aan Radio Free Asia.
De vrouw, een studente, woonde in een huisje op het complex van Larung Gar. Zij liet volgens RFA een briefje achter waarin ze schreef hoe ze de pijn van de eindeloze Chinese intimidatie van onschuldige boeddhisten die rustig aan het instituut studeerden niet langer kon verdragen. Het nieuws van de zelfdoding bereikte nu pas de buitenwereld omdat de Chinese overheid strenge controles uitvoert op de communicatie tussen Larung Gar en de buitenwereld.
De Chinese autoriteiten hebben opdracht gegeven een deel van het studiecomplex en het aantal woningen op het terrein af te breken en het aantal personen terug te brengen tot maximaal vijfduizend. Dit jaar zouden volgens RFA, die zich baseert op bronnen, tweeduizend woningen gesloopt worden en volgend jaar nog meer.
Bewoners van de gesloopte panden worden schadeloos gesteld. Ze krijgen 20.000 yuan (US $3.000) en ook het instituut verstrekt aan sommige bewoners een schadeloosstelling. De dagelijkse routine van de studie en de boeddhistische praktijk door monniken en nonnen lijdt schade omdat velen geen alternatief hebben voor hun gesloopte woningen, zei een bron tegen RFA. Veel woningen op het complex worden nu al gedeeld.