Door in India in ballingschap levende Tibetanen is gisteren in Dharamsala, de hoofdzetel van de Dalai Lama, de 21ste verjaardag van de verdwijning van de tweede meest invloedrijke figuur in het Tibetaans boeddhisme, de Panchen Lama, herdacht. De jongen is spoorloos vanaf het moment dat hij zes jaar oud was.
Gedhun Choekyi Nyima, die door de veertiende Dalai Lama werd benoemd tot de 11e Panchen Lama, verdween op 17 mei 1995. Tibetaanse activisten zeggen dat hij wordt vastgehouden op een geheime locatie in China, nadat de Chinese regering Gyaincain Norbu als de nieuwe Panchen Lama heeft benoemd. Het Regional Tibetan Youth Congress en de Tibetan Women’s Association and Students for a Free Tibet (SFT) organiseerden op het belangrijkste plein van Dharamsala een zogenoemde brievencampagne aan de verdwenen jongen.
Lobsang Tseten, een van de campagnevoerders: ‘Wij weten niet waar hij is, hebben geen adres van hem dus kunnen hem ook geen brieven sturen. Dus door hier brieven aan hem te schrijven proberen we bewustzijn te creëren over Panchen Lama, we proberen de wereld te vertellen dat hij is ontvoerd en dat China daarachter zit.’ Veel Tibetanen noemen de door China benoemde Panchen Lama een nepfiguur. Traditioneel zijn hoge lama’s jaren bezig met het identificeren van een kind als de reincarnatie van de Dalai Lama en Panchen Lama en beperkt de zoekopdracht zich meestal tot Tibet.