Twee jonge Tibetanen hebben zich gistermorgen in de Chinese provincie Sichuan in brand gestoken. Later op de dag zijn ze in een ziekenhuis aan hun verwondingen overleden. De slachtoffers zijn de boeddistische monnik Lobsang Kalsang (18) en de ex-monnik Damchoek (17).
Dat hebben Amerikaanse media en de organisatie Free Tibet Tibet in Londen vandaag bevestigd. De zelfverbrandingen vonden plaats in de omgeving van het Kirti klooster, in de Aba regio, waar al veel zelfverbrandingen zijn gepleegd. Volgens Free Tibet in Londen hebben sinds maart 2010 eenenvijftig Tibetanen zichzelf in brand gestoken. Een groot aantal, mogelijk de helft, is aan zijn verwondingen overleden. Dat aantal is niet door andere bronnen bevestigd omdat China in dat gebied geen onafhankelijke journalisten toelaat. En Chinese media niet alle zelfverbrandingen melden.
De twee teenagers zouden tijdens hun daad leuzen hebben geroepen, gericht tegen de Chinese bezetter van Tibet, zo meldt radio Free Asia. Damchoek is de broer van Tenzin Choedon, een jonge boeddhistische non, die eerder dit jaar zichzelf in brand stak, melden bronnen. De politie in Aba zei tegen een verslaggever van AP geen informatie te hebben over de zelfverbrandingen. Het Kirti klooster is al geruime tijd afgegrendeld van de buitenwereld door Chinese veiligheidstroepen.
Peking beschuldigt de Dalai Lama ervan de Tibetanen aan te zetten tot dit soort acties. De Tibetaanse regering in ballingschap ontkent dat en zegt dat de zelfverbrandingen gericht zijn tegen de Chinese repressie in Tibet. Het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken heeft Peking laten weten dat de Tibetanen het recht hebben om te protesteren tegen de onderdrukking van hun rechten, hun levenswijze mogen beschermen en dat China een dialoog moet aangaan met de regering in ballingschap om de situatie in Tibet te verbeteren.