‘Boeddhistische mummie na tweehonderd jaar nog steeds in leven’

Boeddhistische geleerden beweren dat het gemummificeerde lichaam van een onbekende boeddhistische monnik, dat eind vorige maand in Mongolië werd gevonden, nog steeds in leven is  en zich in een diepe en zeldzame staat van meditatie bevindt, genaamd tukdam (thukdam). De mummie is naar schatting tweehonderd jaar oud.

Forensische onderzoeken zijn bezig om de overblijfselen, omwikkeld met dierenhuiden, te onderzoeken. Ze hebben er nog geen idee van hoe het lichaam van de monnik zo goed bewaard is gebleven, hoewel sommigen denken dat het koude klimaat in Mongolië daarvan de reden zou kunnen zijn.

Dr. Barry Kerzin, boeddhistische monnik en arts van de Tibetaanse geestelijk leider, de Dalai Lama, vertelde de Mongoolse krant  Siberian Times dat de monnik in de staat van tukdam verkeert en dat ook nog lang kan blijven tot hij de verlichting bereikt en een Boeddha wordt. De identiteit van de monnik is onduidelijk, hoewel er speculaties zijn dat hij de leermeester is van Lama Dashi-Dorzjo Itigilov, die  ook gemummificeerd werd gevonden.

Ook professor Ganhugiyn Purevbata, stichter van het Mongoolse instituut van boeddhistische kunst aan de boeddhistische universiteit van Oelan Bator, de hoofdstad van Mongolië, ondersteunt de voor velen ongelooflijke theorie dat de gemummificeerde monnik nog steeds leeft. ‘De lama zit in de vajra lotuspositie, de linkerhand geopend en de rechterhand in een houding die de soetra van prediking symboliseert. Dit is een teken dat de lama niet dood is, maar in een zeer diepe meditatie verkeert volgens de oude traditie van boeddhistische lama’s.’

Barry Kerzin vertelde de krant The Mirror dat de voortdurende meditatieve staat van de 200-jarige monnik een bron van vreugde is voor velen. ‘Als deze meditator kan verblijven in deze meditatieve staat, kan hij een Boeddha worden. Het bereiken van een dergelijk hoog spiritueel niveau kan ook anderen een diep gevoel van vreugde geven.’

De gemummificeerde monnik werd op 27 januari ontdekt in een grot in de regio Kobdsk in Mongolië. Het kwam in het bezit van de autoriteiten nadat  een man, die probeerde het gemummificeerde lichaam voor een enorm bedrag op de zwarte markt te verkopen, werd gearresteerd.

Mummified monk is ‘not dead’ and in rare meditative state, says expert http://t.co/5OfeHq1flX pic.twitter.com/9H2ihNM9Wd

— Siberian Times (@siberian_times) 2 februari 2015

Bron diverse nieuwsbronnen.

Meesters in de dzogchentraditie van het Tibetaans boeddhisme blijven soms na hun overlijden nog dagenlang in meditatie, een toestand die tukdam wordt genoemd.
Terwijl westerlingen nauwelijks vertrouwd zijn met het begrip tukdam maakt het voor Tibetanen deel uit van de alledaagse werkelijkheid. De Nederlandse boeddhistische non Ani Jinba Palmo maakte talloze meesters  mee die na hun overlijden meerdere dagen in meditatie verbleven.Ook de vorig jaar overleden Lama Gawang uit het Friese Hantum verkeerde na zijn overlijden volgens ingewijden ruim twee dagen lang in de staat van thukdam. Twee andere lama’s controleerden na zijn dood dagelijks deze staat bij de Lama. Thukdam, in de praktijk van het tantrisch Tibetaans boeddhisme, wordt uitgelegd als een fase waarin een zeer geleerd lama of beoefenaar door een jarenlange praktijk van meditatie in de fase na zijn overlijden in staat is om te mediteren over de ‘helder licht fase’, een ultiem proces van innerlijke ontbinding van de vijf elementen en bewustzijn. De beoefenaars zijn, terwijl ze in die meditatie verblijven, in staat om de ontledingen van hun lichaam en eigen lichaamswarmte te bepalen. Er zijn gevallen bekend waarin geshes achttien dagen in zo’n toestand verbleven.