De Tibetaanse monnik Tsültrim Gyatso is vandaag in de Chinese provincie Gansu om het leven gekomen, nadat hij zichzelf als protest tegen de Chinese overheersing van Tibet in brand had gestoken. De zelfverbranding vond plaats in Amchok, een stad met een grote etnische Tibetaanse bevolking. In een briefje dat hij achterliet en in handen is van VOA, staat dat de ‘de onderdrukkers ons land hebben leeggeroofd en onze vrede en geluk hebben gestolen.’ De Chinese autoriteiten hebben de familie van het slachtoffer opdracht gegeven diens lichaam onmiddellijk te laten cremeren. Zodat er volgens bronnen geen tijd is voor gebeden en diensten. Dat heeft geleid tot angst en woede in de Tibetaanse gemeenschap.
Bronnen in de Tibetaanse gemeenschap in ballingschap melden ook de dood van de 45-jaar oude Ngawang Jamyang, een Tibetaanse monnik en geleerde, die zou zijn doodgeslagen in een Chinese politiecel. Jamyang, afkomstig uit het opstandige Driru in de Tibetaanse autonome regio, werd sinds 23 november met twee andere monniken vastgehouden tijdens een bezoek aan Lhasa. De omstandigheden van zijn dood zijn niet duidelijk en Chinese ambtenaren hebben er op niet gereageerd. Volgens Belgische Tibetaanse bronnen zou de man zijn gefolterd en is zijn lichaam overgedragen aan de familie, met de waarschuwing niets over de omstandigheden van zijn dood naar buiten te brengen. Het lot van de andere twee monniken is onbekend.
In augustus van dit jaar werd de plaatselijke bevolking in en rond Driru door de autoriteiten bevolen om de Chinese vlag uit te hangen. Maar inwoners van twee dorpen gooiden de vlaggen in een rivier. Vanaf dat moment zijn er meldingen van arrestaties en schietpartijen door de politie.
Bron VOA.