Aan dhammazaadjes geen gebrek, maar schieten ze ooit wortel?
De geest van vertrouwen
In mei 2024 bracht Guy Dubois een boek uit, getiteld Hsin Hsin Ming – het sacrale niets.*
* https://yatha-bhuta.com/wp-content/uploads/2024/05/HSIN-HSIN-MING-Voor-Verzending.pdf
Guy’s boek gaat over een oude tekst, de Hsin Hsin Ming ofwel De Grote Weg – verzen over de geest van vertrouwen.
Het voorwoord van het boek is geschreven door medeboeddhist Paul Van hooydonck.
Hoe groot het vertrouwen is van Guy in Paul blijkt uit zijn dankwoord aan het eind van de inleiding op pagina 48. Guy schrijft:
“Vriend Paul, het voorwoord weerspiegelt niet enkel jouw diepgaande inzicht in het boeddhisme, maar getuigt vooral van jouw wijsheid als eminent Meester en inspirator. Jouw eruditie verrijkt dit boek op een manier die veel verder gaat dan woorden kunnen uitdrukken. Jouw constante duiding van het realiseren van directe ervaring als opstap naar ontwaken vormt een uiterst waardevolle aanvulling op dit werk.”
Mij verbazen deze exalterende woorden voor Vriend Paul.
Wijsheid. Hè?
Eminent Meester. Huh?
Ontwaken. Wat?
Gaat dit over dezelfde Paul Van hooydonck als die in het BD-artikel: BUB dreigt met uitsluiting Ehipassiko na klachten over transparantie na melding misbruik door leraar Paul Van hooydonck?
Daar lost het ego op, maar hier niet
In het voorwoord van Guy’s Hsin Hsin Ming – het sacrale niets schrijft Paul Van hooydonck een heel verhaal over niemand minder dan Paul Van hooydonck, waarin hij zichzelf neerzet als een waarachtige meester (die het gewoon IS):
“[…]
Ik leerde veel.
Ik leerde o.a. waarachtige meesters (die het gewoon ZIJN) te onderscheiden van door intellect of ego gedreven ‘leraars’ (die wel de woorden spreken maar het niet ZIJN).
Ik leerde het belang van discipline.
Ik leerde het belang van eenvoud.
Ik leerde het onovertroffen belang van stilte.
En van volgehouden, langdurige training van de geest.
Want de conditionering is hardnekkig.
En laat zich niet makkelijk opheffen.
Ik worstelde met de doorgedreven discipline, dronk de woorden van verlichte meesters en stelde mezelf bloot aan elke mogelijke ervaring in de zgn. ‘spirituele wereld’.
Uiteindelijk kwam ik voor mezelf tot een glasheldere conclusie:
Ik weet waar het over gaat.
Ik ken de essentie.
Ik zie helder dat al die verschillende tradities zijn als verschillende paden die leiden naar één en dezelfde bergtop van verlichting.
Ik zie duidelijk dat al die verschillende vormen van beoefening uiteindelijk leiden naar dit ene punt:
Conceptloos bewustzijn, leeg bewustzijn, bewust niet denken.
Zonder inhoud maar wetend.
Zonder beweging maar helder ziend.
Je bent zonder gedachten en je weet dat je zonder gedachten bent.
Je verwijlt in de ruimte tussen twee gedachten.
Je treedt die dimensie binnen, dieper en dieper.
Oneindig, grenzeloos, tijdloos, eeuwig, tot je ze helemaal wordt.
Daar verdwijn je als persoon.
Daar lost het ego op.
Daar verdwijn je als afgescheiden entiteit van het geheel.
Daar raak je het Onpersoonlijke.
Daar is alleen de Totaliteit.
Of m.a.w. je herkent de lege essentie van de geest, traint in die herkenning tot je erin stabiliseert.
Tot je ze wordt.
Tot je het tijdloze wordt.
Daar vind je je ware aard.
Daar arriveer je in je originele staat.
Daar herken je wat je in wezen bent.
En dat is ECHT geluk.
Geen zgn. ‘samsarisch’ geluk dat afhankelijk is van veranderende omstandigheden en daardoor vluchtig.
Maar je vindt waar je al die tijd naar zocht.
Je bereikt het doel van je leven.
Al de rest is ballast.
Al de rest is overbodig.
Al de rest interesseert me niet.
IK BEN DAT.
Het tijdloze.
Het eeuwige.
Het onvergankelijke.
Het oneindige.
Moge dit oude meesterwerk, de Hsin Hsin Ming, velen inspireren en leiden naar deze hoogste vorm van geluk en vervulling, de herkenning en het her-claimen van hun ware identiteit. Dit is mijn diepste wens.”
(pagina’s 14-16)
Gedrag zonder grenzen
Ook deze waterval van clichés en spatjes van Paul Van hooydonck, over ons uitgestort vanaf de “bergtop van verlichting” en opgedragen aan “oervriend Guy Dubois”, verbaast mij.
Is dit dezelfde Paul Van hooydonck als die in het BD-artikel Vier klokkenluiders maken zich bekend – ‘erken openlijk het misbruik binnen Ehipassiko’?
Is het dezelfde Paul Van hooydonck als die in het BD-artikel Zenleraar Irène Bakker – ‘Seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag beschadigt personen, sangha’s en de Boeddhadharma’?
Is het dezelfde Paul Van hooydonck als die in het BD-artikel Grensoverschrijdend gedrag in boeddhistische sangha’s – wie bewaakt de leraar?
En wat te denken van deze Paul Van hooydonck:
Ehipassiko-oprichter Paul Van hooydonck – ‘ik heb geleerd van mijn fouten’
Heeft hij werkelijk geleerd van zijn fouten?
Belangrijker nog: hebben wij geleerd van zijn fouten?
Of hebben we alleen maar “het belang van onovertroffen stilte” van hem geleerd?
Dat je moet zwijgen over VAN DATTUM?
Omdat al de rest meneer niet interesseert?