In 2021 voldeed vijf procent van de Nederlandse veehouderijen aan de voorwaarden van het Beter Leven keurmerk, vier procent aan Biologisch en bijna drie procent aan On the Way to PlanetProof. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Wageningen University & Research (WUR), die het aandeel gecertificeerde bedrijven becijferde in opdracht van Wakker Dier.
Het aantal biologische veehouderijen steeg licht in de periode 2000-2021; van 821 naar 1.148. Vooral tussen 2016 en 2021 was sprake van een noemenswaardige stijging (+29 procent). Hoewel het aantal biologisch gehouden dieren in deze periode is verviervoudigd, blijft het aandeel biologische veehouderij laag. In 2021 leefden dagelijks ongeveer 4 miljoen Nederlandse dieren op een biologische boerderij; slechts 4 procent van het totaal.
Het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming is flink gegroeid. In 2021 leefden gemiddeld 16 miljoen dieren in stallen met het keurmerk – ongeveer negenmaal zoveel als in 2012. De meeste Beter Leven-stallen staan in Nederland (1.496) en een deel in omringende landen (302). Het keurmerk heeft drie niveaus (‘sterren’). Veruit de meeste stallen hebben één ster (81 procent).
PlanetProof melk en eieren
Voor melkveebedrijven en legkipstallen is er nog een bekend keurmerk: On the way to PlanetProof. In 2018 droegen 5 legkipbedrijven dit keurmerk; in 2021 was dit verzesvoudigd tot 31 bedrijven. Circa 700 melkveebedrijven waren gecertificeerd in 2021, een aanzienlijke groei ten opzichte van 2018 (150 bedrijven). In 2021 voldeed 2,6 procent van alle veehouderijen aan On the Way to PlanetProof.
Kippenstallen hebben het vaakst een keurmerk. Van de stallen met leghennen voldoet 30 procent aan Biologisch, 37 procent aan Beter Leven en 4 á 5 procent aan PlanetProof. Op dierniveau liggen de percentages lager, omdat bedrijven met een keurmerk gemiddeld minder kippen per stal houden. Anne Hilhorst van Wakker Dier: ‘Alles bij elkaar opgeteld leeft een kwart van onze legkippen in een stal met een keurmerk.’
Wageningen University & Research berekende de cijfers aan de hand van de CBS Landbouwtelling aangevuld met de (productie)cijfers van de keurmerken. De genoemde aantallen dieren zijn het aantal dieren op een peildatum. In veel veehouderijen leven jaarlijks meerdere ‘rondes’ dieren in een stal. Zo heeft een bedrijf met vleeskuikens ieder jaar vijf a zes ‘rondes’. Een telling van 8,2 miljoen dieren op de peildatum komt overeen met 45 miljoen kuikens per jaar.
De WUR onderzocht de drie grootste keurmerken: Biologisch, Beter Leven en On the way to PlanetProof. Kleinere keurmerken vallen buiten deze analyse. Wakker Dier gaf opdracht tot het onderzoek omdat er geen centraal orgaan is dat het aandeel diervriendelijkere stallen in Nederland bijhoudt. Hilhorst: ‘De Nederlandse veehouderij geeft vaak hoog op over hun inzet voor de dieren. Het zou goed zijn als de overheid bijhoudt wat zij daarvan waarmaken.’