Direct nadat de Amerikaanse president Biden zaterdagavond zijn toespraak in Warschau had beëindigd, stapte hij in de auto naar het vliegveld. Nog voordat hij opsteeg op weg terug naar Washington, lieten zijn medewerkers een persbericht uitgaan om de laatste woorden van zijn rede te verduidelijken. “For Godsake, this man can not remain in power,” had de leider van de vrije wereld gezegd over zijn Russische ambtsgenoot Poetin, die de open haard aansteekt met de regels van de internationale rechtsorde en dood en verderf sticht in Oekraïne. “In Godsnaam, deze man kan niet aan de macht blijven,” luidde zijn uitspraak in het Nederlands vertaald.
De Amerikaanse president zei iets wat als vanzelfsprekend resoneerde bij zijn directe gehoor van Poolse en Oekraïense genodigden en bij miljoenen kijkers in democratische landen, maar niet goed viel bij diplomaten en politici. Het officiële beleid van de NAVO is om de vijandelijkheden in Oekraïne tot zwijgen te brengen, niet om de val van Poetin te bewerkstelligen. Als een kat in het nauw zou dit de Russische dictator, inmiddels algemeen uitgemaakt voor oorlogsmisdadiger, kunnen brengen tot wanhoopsdaden. Tart niet de leider van een land met het grootste aantal kernkoppen in de wereld! De beleidsreflex volgend op negen geïmproviseerde woorden aan het slot van Bidens redevoering maakte op slag één ding duidelijk: na een koortsachtig topoverleg van drie dagen met bondgenoten in Europa is de NAVO geheel verenigd in appeasement.
Een nieuwe Koude Oorlog is door Ruslands jongste agressie tegen Oekraïne een feit geworden, maar deze werkelijkheid is nog te weinig doorgedrongen tot onze individuele beleving en ons maatschappelijk handelen. Terwijl het Europese huis in brand staat, blijven we bezig met ons favoriete speelgoed, zoals in hoofdstuk drie van de Lotus Sutra. We voelen ons veilig in onze morele veroordeling en in de burgerlijke vrijheden van onze samenlevingen, terwijl vader ons vanuit Polen met vaardige retoriek probeert te doen ontwaken tot het inzicht dat democratie in doodsnood verkeert nu Rusland de bijl aan de wortel van humaniteit en beschaving legt.
Maar de hele wereld is het toch met ons eens? Nee, als je de situatie getalsmatig analyseert, dan zul je zien dat de wereld op de wip zit, kijkend wie deze strijd gaat winnen, de democraten of de autocraten. Als je de stemmen van 141 landen tegen Rusland in de algemene vergadering van de Verenigde Naties herrekent tot het vertegenwoordigde aandeel in de wereldbevolking, dan kom je tot de ontnuchterende bevinding dat meer dan de helft van de wereld zijn kruit droog houdt, klaar om zo nodig de bordjes te verhangen, mocht de strijd in het voordeel uitvallen van de autocraten. De stemmen tegen Ruslands agressie vertegenwoordigen vooral die van de kleine lidstaten van de VN.
Natuurlijk, er zijn talloze bodhisattva’s aan het werk in de landen van het Europese continent, met inbegrip van Oekraïne, om de nood van ontheemde burgers te lenigen of zich met gevaar voor eigen leven gewapenderhand in het militaire strijdtoneel te begeven. Maar verder lijken, buiten begrijpelijke angstgevoelens, de existentiële keuzes van onze tijd menigeen onberoerd te laten. Aan tafel en op straat wordt erover gesproken dat kinderen die nu in Amsterdam worden geboren, later in overgrote meerderheid geen betaalbare woning in de stad zullen kunnen vinden, om maar eens een voorbeeld uit het dagelijks leven te noemen. Ja, we zullen meer geld uittrekken voor onze defensie, maar hadden we in het coalitieakkoord de begroting daarvoor al niet met vijfentwintig procent verhoogd? Nou dan!
In de spreekwoordelijke ziel van Taigu strijden de gevoelens van de voormalige reserve-officier uit de vorige Koude Oorlog om voorrang met die van de tegenwoordige boeddhist, of is dit een valse tegenstelling net onder de oppervlakte van de sluier van het maya? Waar is binnen onze burgerij het gevoel van urgentie, terwijl wij onze Amerikaanse bondgenoten getalsmatig in overgrote meerderheid de kastanjes uit het vuur laten halen bij de versterking van de voormalige Oostbloklanden, van de Baltische staten in het noorden tot en met Bulgarije in het zuiden?
Als we nu tot de jongere mensen in onze samenleving willen laten doordringen dat de strijd om hun toekomst in vrijheid menens is, waarom zouden we dan niet de bestaande ‘kaderwet dienstplicht’ activeren, en een deel van de mannelijke en vrouwelijke bevolking van zeventien tot veertig jaar gaan keuren op geschiktheid om een periode van maatschappelijke of militaire dienstplicht te vervullen? Voorbereidingen voor mobilisatie zouden een creatieve, vooruitdenkende oplossing kunnen zijn, die kunnen bijdragen aan tal van maatschappelijke uitdagingen, niet alleen in de strijd voor democratie, maar ook bijvoorbeeld voor de energietransitie die ons wacht. Op dit moment echter zouden zulke voorbereidingen onze maatschappelijke realiteitszin met een schok in beweging kunnen zetten en recht doen aan de geest van de toespraak van vadertje Biden in Warschau, die uit meer bestond dan zijn laatste negen woorden.