Boeddhisten in Vietnam willen meer vrijheid in het besteden van inkomsten en hebben er bij de regering op aangedrongen controversiële ontwerprichtlijnen te laten vallen die de financiële aspecten van boeddhistische religieuze plaatsen willen controleren.
Het zeven clausules tellende ontwerp dat eind april door het Vietnamese ministerie van financiën werd gepubliceerd, bevat strikte richtlijnen voor het beheer van donaties, offergaven en fondsen voor festivals en religieuze monumenten. De hoofden van boeddhistische tempels wordt gevraagd financiële kwesties aan de autoriteiten te melden. Mensen krijgen instructies over hoe zij geld en kostbaarheden kunnen doneren voor religieuze festivals en monumenten.
Volgens de uitvoerende raad van de door de regering gesanctioneerde Vietnamese Boeddhistische Sangha wordt in het ontwerp geen definitie gegeven van tien cong duc of geld voor verdiensten. De term wordt alleen gebruikt door boeddhisten en aanhangers van enkele religies en geloofsovertuigingen, niet door alle religies in het land.
De raad vindt dat het ontwerp niet de gelijkheid van alle religies voor de wet waarborgt, omdat het erop gericht is het geld voor verdiensten in het boeddhisme te controleren, terwijl andere religies die van hun volgelingen ‘offers’ ontvangen die hetzelfde zijn als geld voor verdiensten, niet door het ontwerp worden getroffen.
De raad zegt dat verdienste-geld wordt aangeboden aan boeddhistische organisaties, plaatsen van aanbidding en hoogwaardigheidsbekleders om religieuze activiteiten te ondernemen, faciliteiten te bouwen en het leven van hoogwaardigheidsbekleders te ondersteunen. De sangha heeft het recht deze offergaven te ontvangen die hun eigen wettelijk bezit worden en ze te gebruiken voor religieuze doeleinden die niet in strijd zijn met de religieuze leer en de wetten van de staat.
Boeddhisten die bewust offers brengen ‘tonen hun religieus geloof, voeren onderricht en riten uit, en brengen goede dingen voort in erediensten’, vindt de raad. Zij stelt dat als de regering rechtstreeks het gebruik van het geld voor verdiensten beheert en daarover beslist, het geld voor verdiensten en offers van boeddhisten zal seculariseren en desacraliseren, hun geloof zal schaden en geen respect zal hebben voor de wil van degenen die offers brengen.
De vice-voorzitter van de raad zei dat als het ministerie van financiën de vage voorstellen over het beheer van financiële kwesties bij religieuze monumenten niet laat vallen, de raad in haar documenten en activiteiten de term ‘geld van verdiensten’ zal veranderen in ‘offers aan de sangha’, zodat zij haar recht op wettelijk eigendom kan beschermen.