De Tibetaans boeddhistische gemeenschap met de hoofdvestiging in het Australische Victoria zet de juridische strijd voort om te voorkomen dat haar spiritueel leider geshe Rapten het land wordt uitgezet. De abt kwam in 2015 vanuit India naar Australië, met een fulltime vertaler- hij spreekt geen Engels, om de Mahayana boeddhistische gemeenschap in Australië te leiden. De monnik werd door de autoriteiten een vrijstelling van de visumvereisten -het machtig zijn van de Engelse taal – geweigerd, waardoor zijn visumverlenging nu in gevaar komt.
De voorzitter van de Bendigo’s Great Stupa of Universal Compassion, zegt dat het verzoek om de abt niet uit te zetten al door 20.000 mensen is ondertekend. Er wordt advies ingewonnen bij een immigratieadvocaat om een nieuwe aanvraag voor verblijf in te dienen om tijd te winnen. De uitwijzing moet binnen drie weken plaatsvinden.
De voorzitter zegt dat geshe Rapten belangrijk is voor de kwaliteit van het Tibetaans boeddhistisch onderwijs in de organisatie. Zonder deze leraar zijn onze monniken, onze nonnen en zelfs onze oudere studenten niet in staat om voldoende training te krijgen, meent hij.
Een woordvoerder van het Australische ministerie van Binnenlandse Zaken zegt dat alle voorgangers van religieuze organisaties de Engelse taal machtig moeten zijn, vrijstelling kan alleen gegeven worden als de genomineerde in een klooster- of kloosteromgeving zal werken. Dit betekent dat de aanvragende organisatie duidelijk moet aantonen dat de genomineerde minimaal contact moet hebben met de gemeenschap buiten zijn religieuze organisatie.
En daar wringt ‘m de schoen, de abt is inmiddels ook buiten het klooster een populair figuur geworden en deelt zijn kennis op het gebied van het Tibetaans boeddhisme met anderen buiten de kloostergemeenschap. De geshe zegt daar geen spijt van te hebben. Volgens hem is het in het boeddhisme niet wij en zij.