De hoop dat het overwegend boeddhistische Birma een echte democratie zal worden lijkt vervlogen sinds de militaire coup van 1 februari. Er zijn al meer dan 700 burgers, onder wie kinderen, door soldaten gedood en de vrees bestaat dat het land in een burgeroorlog zal vervallen. Nog bijna dagelijks gaan geweldloze demonstranten de straat op en eisen de terugkeer van de afgezette burgerregering.
Het lijkt onmogelijk dat de demonstranten de soldaten dwingen terug te keren naar hun kazernes. De omwenteling zou moeten komen uit het leger zelf. Bijna driekwart van de soldaten lijkt tegen het brute geweld tegen demonstranten te zijn, zegt een officier die onlangs is overgelopen.
Birma heeft een groot veiligheidsapparaat, bestaande uit een leger van ongeveer 350.000-400.000 man, waarvan de meesten etnisch-Bamar boeddhistisch zijn, nog eens 80.000 man politie alsmede leden van de staatsinlichtingendienst. De militairen zijn in Birma al lang aan de macht, er waren momenten dat dat niet het geval was, bijvoorbeeld na pro-democratische opstanden in 1988 en tijdens de Saffraanrevolutie in 2007. Maar in het algemeen zijn de afgelopen zestig jaar de militairen een vrij hechte eenheid gebleven, ondersteund door een systeem van beloningen en straffen en een rigoureus indoctrinatieproces. Een verschil met vroeger is dat het land door onder andere sociale media meer is opengesteld. Dat geldt ook voor het optreden van de militairen. Hoewel het leger nog steeds dominant is, is het geen organisatie die zo blindelings gehoorzaamt als in het verleden het geval was.
Het weigeren van bevelen door het leger of andere elementen van het veiligheidsapparaat zijn belangrijk, omdat het succes van elke revolutie hiervan afhankelijk is – hoewel dit op grote schaal zou moeten gebeuren. De politie en het leger zijn de enige organen van de staat die geweldsmiddelen kunnen gebruiken om de wil van een autoritair regime af te dwingen. Het slechtst denkbare scenario voor Birma is dat een deel van de militairen overloopt, maar niet genoeg om het regime vreedzaam omver te werpen.
De huidige protesten in Birma verschillen sterk van die in het verleden – zij zijn wijdverspreid en er zijn verschillende etnische groepen, religies en beroepen bij betrokken. Door het grote aantal mensen dat de straat is opgegaan, zijn belangrijke instellingen – waaronder banken – gesloten wegens gebrek aan personeel, wat tot financiële chaos heeft geleid.
De crisis in het land vindt plaats in een context van bittere armoede, economische chaos en een corona pandemie, en waar maar weinig politieke elites, waaronder de Nationale Liga voor Democratie van Aung San Suu Kyi, zich echt inzetten voor democratie.